122 wilde Als DE I-IAAGSCHE TYPEN IN DE I9E EEUW. zich kon vermaken door met een verroesten degen tegen een denkbeeldigen vijand te schermutselen. Nu, met behulp van de jolige makkers was hem het ijzeren masker van wijlen een of anderen roofridder op het hoofd gedrukt; de haakjes aan den hals vast gemaakt en gedurende enkele oogenblikken genoot de moderne Don Quichotte de illusie van een ridder met het ijzeren masker te zijn. Er waren geen vechtzwaarden genoeg om aan zijn geprikkelde phantasie realiteit te geven. Maar eindelijk werd het hem toch te benauwd en hij van den drukkenden ijzeren helm bevrijd zijn. om strijd schoten de vrienden toe om hem hierin behulpzaam te zijn, maar helaas, de haakjes en schroeven gingen niet meer los; hij bleef gevangen in zijn roman- tischen helm. Er werd alles aan gedaanmen opperde zelfs het denk beeld er op zijn kosten een wapensmid bij te halen, totdat eindelijk na een groot uur van zwoegen en tobben het mocht gelukken den armen ridder van zijn ijzer omhulsel te bevrijden, evenwel niet dan nadat men gelegen heid had gevonden hem in de confusie van het geval een streep vermiljoen over den neus te geven. Van alle kanten werd hij geluk gewenscht met zijn bevrijding en men raadde hem aan, nu spoedig, nog voor het donker werd, naar huis te gaan. Spiegels waren er op dit oogenblik niet, maar men verzekerde hem dat hij er goed uitzag. En zoo trok Jhr. Roesgen von Floss met zijn vermil joenen neus en met een houding alsof hij de bezitter was van minstens een dozijn oude riddersloten, langs de Haagsche straten naar zijn ouderlijk huis in de Nieuwstraat. Maar toen hij de Groenmarkt passeerde die toen nog in werkelijkheid een groentenmarkt was, moet hij het zoo te kwaad hebben gekregen van de aanwezige groenten-

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarboeken geschiedkundige vereniging Die Haghe | 1905 | | pagina 133