DE HAAGSCHE TYPEN IN DE igE EEUW. 125 Nu had het voortdurend gebrek aan contanten den chevalier du saint Empire reeds menig pijnlijk oogenblik bezorgd. De schilders, die het destijds in het schermen met degen en stok bij den ien tamboer van het regiment Grenadiers en Jagers even ver hadden gebracht als in het pareeren der aanvallen van lastig aanhoudende schuld- eischers, hadden herhaaldelijk op die schermlessen den chevalier in het nauw gebracht. Al haperde het hem echter ook aan geld en kon hij zijne lessen niet betalen, niettemin kwam de chevalier, tot verontwaardiging van den schermmeester, getrouw op. Hij had daarbij de zon derlinge gewoonte, van zich nooit „touché” te verklaren, hoe duidelijk en overtuigend het ook mocht blijken, dat de tegenpartij hem geraakt had op eene wijze, die de meesten niet naar eene herhaling er van zouden doen wenschen. De schermmeester, die zulk een oefenaar, die bij hem even hardnekkig in ’t krijt bleef als tegenover de schermers, niet kon uitstaan, stookte de vroolijke schilders op, den wanbetaler het vuur zóó nauw aan de schenen te leggen, dat hij zich althans niet meer vertoonde. De pretmakers lieten zich dit geen tweemaal zeggen, en nu hagelde het zoodanig stokslagen op den onbedreven wanbetaler, die met hardnekkig stoïcisme zich toch niet voor „touché” wilde verklaren, dat op zekeren dag de arme chevalier bewusteloos neerzeeg. De stok van zijn tegenstander was met zulk eene kracht op zijn masker neergekomen, dat de indrukselen van het vlechtwerk nog dagen daarna op ’s mans facie zichtbaar bleven. De vroolijke bentgenooten uit die dagen, die den Haagschen chevalier zoo hadden toegetakeld, zonnen echter op een of andere grap, die de Donquichotterie van den heer Roesgen nog sterker zou doen uitkomen. Op zekeren avond bij Peeters in een grooten kring bijeen- zittende, vond men daartoe aanleiding, door een twist

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarboeken geschiedkundige vereniging Die Haghe | 1905 | | pagina 136