I2Ó DE HAAGSCHE TYPEN IN DE I9E EEUW. uit te lokken en op te drijven, die hierdoor zoo hoog liep, dat de schijnbaar beleedigde, een vriend der schil ders, ambtenaar bij de Koninklijke Bibliotheek, den cheva lier du saint Empire, volkomen gelijk het tegenover zulk een ridderlijk heer betaamde, den handschoen toewierp, welken Roesgen met groote waardigheid aanvaardde. Algemeene opschudding onder de kunstenaarsbent, die de zaak diep-ernstig scheen op te vatten. Peeters schonk dien avond buitengemeen veel punchDe uitdager en uitgedaagde kozen onmiddellijk ieder hunne getuigen, en het tweegevecht werd bepaald om 9 uur ’s avonds aan den kleiberg in de Boorlaan van het Haagsche Bosch. Het zou een gevecht op den degen zijn, maar toen de chevalier zich er des avonds vertoonde, had de tegen partij eene of andere uitvlucht verzonnen, om zich aan het kruisen der wapenen te onttrekken. Zoo wist men den Haagschen Don Quichot tweemaal voor niet bij kil November-weer naar het bosch te laten komen, totdat een der bentgenooten op een schitterend denkbeeld kwam, waaraan met algemeene instemming uitvoering gegeven werd. Het tweegevecht zou namelijk op het pistool plaats hebben, en wel den volgenden avond om 9 uur. Het was kil, regenachtig weer, de maan drong flauw door de donkere wolken heen, toen beide partijen met een chirurgijn in hun gevolg, die zulk een overvloed van verbanden bij zich had, dat zij met lange flarden uit zijn achterzak hingen, zich aan den kleiberg tegenover elkaar bevonden. De chevalier had zijn uitersten wil mondeling aan zijn getuige medegedeeld. Zoo hij in dit tweegevecht bezwijken mocht, dan werd door hem een gouden ring aan zijn vriend en een diamanten speld aan de „dame de sou cceur” vermaakt. Grooter uitgebreidheid scheen de nalatenschap niet te hebben, zoodat de taak van den aanstaanden executeur testamentaire niet al te zwaar

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarboeken geschiedkundige vereniging Die Haghe | 1905 | | pagina 137