DE HAAGSCHE TYPEN IN DE I9E EEUW.
13°
Deze was afkomstig uit Amsterdam en had zich hier
eerst gevestigd in een huis op den hoek van het Lange
Voorhout en het Vos-in-’t-tuintje, waar drie eeuwen ge
leden de heerenhuizing van Jonkheer Louis Jt Seraets
stond en later drie kleinere huizen verrezen, die in 1870
de plaats ruimden voor het groote woonhuis van Baron
van Brienen tot de Groote Lindt, sedert 1881 in het
tegenwoordig Hotel des Indes herschapen.
Tetrode zeilde eer over de straat dan hij liep. Het
was alsof de korte, gebogen gestalte steeds tegen den
bulderenden wind optornde. Alles fladderde en wimpelde
aan zijn lijf. Hij had een hoekig, schander gezicht en de
gewoonte, om met de leesbril op den neus, den persoon
die hem aansprak, met het voorovergebogen hoofd onder
uit aan te kijken. Zijne zaken gingen minder goed, en
weldra werd de boekhandel herschapen in een museum
Willem II. Tetrode’s vereering voor den ridderlijken koning
was afgodisch. Als zijn museum Willem II, eene ver
zameling van boeken, platen, schrijfbehoeften, pleister
beelden, porselein, rariteiten, kortom van alles, van de
eene straat naar de andere verhuisde, kon men tusschen
al die curiositeiten dikwijls zonderlinge relikwiën en
herinneringen aan koning Willem II vinden. Zoo be
waarde hij onder een glazen stolp eindjes sigaar, door
den koning in den tuin van het Gothisch paleis weg
geworpen en door den vurigen vereerder opgeraapt en
vol piëteit verzameld.
Als men het museum Willem II binnentrad en Tet
rode zeilde U in zijn flodderige kamerjapon tegemoet,
even het fluweelen kalotje oplichtende, en met de hem
eigene emphase vragende
„Waaraan heb ik het voorrecht van Uw bezoek te
danken, edele Heer?”
dan was slechts een enkel sympathiek woord over den