DE HAAGSCHE TYPEN IN DE I9E EEUW
144
eerlijk gezegd ik wilde die richting
aan alle Hage-
van de markt” en
van mijn artikel
Maar bij dat type wint de belachelijkheid het zoodanig
van de belangrijkheid, dat ik er van afzie.
Trouwens het is niet specifiek Haagsch; de infectie
doet zich in bijna alle groote steden voor.
En de toekomstige echtgenoote van dit Haagsche geur-
makertje, het Kurhaus-tennis-meisje, wier dagelijksche
bezigheden met dezen teekenachtigen naam vrijwel
omschreven zijn, laat ik onbesproken of duidt haar
althans niet verder aan om de eenvoudige reden dat
ik daartoe te hoffelijk ben en bij alles wat Haagsche
meisjes ook doen, bovenal hun gratie en smaak voor
kleeding blijf bewonderen die toch ontegenzeggelijk aan
de residentie een cachet geven waarop geen andere stad
van ons vaderland bogen kan.
Een paar minder gracieuse leden van het vrouwelijk
geslacht, maar misschien juist daarom bekende Haagsche
typen vinden hier hun eigenaardige plaats.
Mie de hondenschterster, het kleine vrouwtje met al
haar hondjes is den bezoekers van Scheveningen van
een twintig jaar geleden nog wel bekend. Zij was een
straattype, zij ’t in minder gunstigen zin, als mijn vriendin
Boekbinder, de gezellige, vroolijke verkoopster van „dalen”
op de markt. Die maakt ook geen aanspraak op gratie
of vrouwelijke aantrekkelijkheid, maar zij is bekend bij
alle marktbezoekers, als een trouwe comparante, met haar
gezond en eerlijk gezicht; in den letterlijken zin een
hoeksteen van de Haagsche markt.
„Alle dale benne geen dale.”
Ik zei zoo even: „bij ’t scheiden
werkelijk ben ik onwillekeurig bij 't slot
op de markt terecht gekomen.
’t Spijt mij niet en
wel uit ook.
Want ik heb daar nog een kennis, die