167 met DE IIAAGSCHE TRAM, 1864— I904. 6 October mede dat hij tweemaal getuige was geweest van het feit dat, ondanks het duidelijk in het oog vallende billet: „Het is verboden te rooken”, alle passagiers zaten te rooken en zelfs de conducteur aan een der passagiers vuur vroeg. In verband met de ontworpen Politieverordening brachten B. en W. op 2 Maart 1875 het ontwerp eener vernieuwde vergunning aan de H. T. M. in den Raad, welke in hoofdzaak werd aangenomen. Behalve de Scheveningsche lijnen kwam ook die naar het Hollandsche spoor tot stand. Bepaald werd dat de uren van vertrek, het aantal ritten en de prijs per rit aan de goedkeuring van B. en W. zouden worden onderworpen. De concessie werd verleend tot 1 Januari 1900. In Mei werd aan de Maatschappij toestemming gegeven op den Langen Vijverberg een wachthuisje te stellen en een wissel te maken. Voor de zooveelste maal had de Raad in September 1876 te oordeelen over eene wijziging in de ten vorigen jare vastgestelde route. Immers de Directie wenschte te rijden van den Langen Vijverberg bij het Tournooiveld langs den Korten Vijverberg en het Plein tot aan den hoek van de Lange Poten en voorts van de Kapelsbrug over het Spui naar de Gedempte Gracht. Bij die gelegenheid bleek het, dat de uren van vertrek en aankomst tusschen den Haag en Scheveningen zeer slecht geregeld waren en het Raadslid Fijnje deelde zelfs mede dat, toen hij onlangs langs den nieuwen weg naar Scheveningen wilde gaan, hij ten antwoord kreeg: van daag rijden wij niet langs den nieuwen weg. En op den ouden weg hoorde hij den conducteur bij een wissel antwoorden op de vraag of er kans bestond de reis spoedig te kunnen vervolgen: ja, we weten niet of er nog rijtuigen uit Scheveningen moeten komen.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarboeken geschiedkundige vereniging Die Haghe | 1905 | | pagina 179