EEN EEUW GENEESROMMEL.
IO
met 400 voor huishuur, vuur en licht. Hij huurt een
huis in de Keizerstraat voor f 290, groot vier kamers,
'n keukentje en 'n klein tuintje. De eigenaar belooft er
nog ’n kamer bij te doen bouwen en doet het. Het huis
is in dien staat nog aanwezig: nr 298.
D'Aumerie neemt ontslag als baddoctor in ’53 en
overlijdt te Scheveningen op de door hem gebouwde
villa Nieuw Plantlust den acht juni ’56. Die villa is thans
verdwenen; zij stond aan den lagen weg, op den noórd-
westhoek van het Frankeslag, thans in’n straat herschapen.
Als z’n opvolger is benoemd dr Johannes Willem Schick,
schrijver van het onsterfelijke werkje over den gezondheids
toestand van 's Gravenhagc, aldaar in ’52 verschenen.
Maar de góden hebben anders beschikt. Hij, geboren in
Den Haag en gepromoveerd te Leiden, overlijdt twaalf
april ’63 op zesëndertigjarigen leeftijd aan typhus.
Toen is aangesteld Petrus Marinus Mess, geboren te
Warmond in '17; na te Leiden gepromoveerd te zijn,
vestigt hij zich aldaar. Hij huwt in tweeden echt de nicht
van d’Aumerie, neemt ontslag als baddoctor in ’88 en
overlijdt te Scheveningen tien december ’91.
Zijn opvolger dr W. Francken, in mei ’88 aangesteld
door de Maatschappij Zeebad Scheveningen en op verzoek
eervol ontslagen in januari 1903, is vervangen door
dr C. M. Hartog. De gemeenteraad heeft gezegde Maat
schappij alles overgedragen en staat tegenover haar
geheel machteloos. Het oude badhuis heeft plaats geruimd
voor het in-hollandsche Kurhaus, gebouwd in den winter
van ’84 op ’85; afgebrand éen september’86, onmiddellijk
herbouwd en in 1900 verfraaid door een wandelhoofd
in zee.
In den jare '85 verdwijnen de badkoetsen-Maas, die
sedert ’46 bewesten den kerkwerf stonden.
Bij de komst van d’Aumerie te Scheveningen, is daar