DE OPRICHTING VAN HET CORPS, ENZ. 197 zegt van volbracht Driel in zijne aanteekeningen, werd de rit en dit laat zich ook wel verklaren, want aan het nemen van rijlessen waren maar enkele uren na de oproeping besteed geworden, zoodat menigeen nog niet zadelvast was. Maar niet alleen dit detachement trok nog zoo geheel onbedreven in de rijkunst uit, ook alle andere contingenten, die ons land verlieten, waren niet veel beter op de hoogte van de taak, welke hun wachtte. En deze in den krijg onervaren jongelingschap was nu de keurbende om het groote leger der geallieerden in zijn opmarsch tegen te houden De verwachting ten opzichte der Gardes d’honneur kon hij het Fransche legerbestuur dan ook niet groot zijn geweest en toch moet erkend worden, dat hoewel die ruiterschaar, voor zoover zij uit Hollanders bestond, hoegenaamd geen geestdrift voor de zaak, waar voor zij geroepen was, kon gevoelen, zij loffelijk alle gevaren en ontberingen heeft doorstaan. In het Bosch gekomen zal wel het commando ventre au trot” zijn gegeven, want stapvoets zal toch de geheele weg van de Prefecture af tot aan het Huis in 't Bosch niet afgelegd zijn. Een potsierlijk gezicht zal dat rijden in draf wel hebben opgeleverd, immers in onze verbeelding zien we die fraaie uitgedoschte ruiters in waggelende houding op hun paarden gezeten, de een angstig voor zich uit starend, de ander zenuwachtig trekkend aan de teugels, een derde den nek van zijn ros met beide handen omklemmend, daar de stijbeugels hem ontschoten waren. Zondag den 3osten, den dag voor de afmarsch van het detachement plaats vond, werd een dankzegging in de Groote- of St. Jacobskerk en in de Katholieke Kerk, vermoedelijk die der voormalige H. Jacobus in de Oude Molstraat, gehouden ter eere van de roemrijke over- J) Dit was in die dagen de voornaamste Katholieke Kerk.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarboeken geschiedkundige vereniging Die Haghe | 1905 | | pagina 209