EEN EEUW GENEESROMMEL.
13
en het volgende
Burgemeesteren der stad ’s-Gravenhage brengen
bij deze ter kennisse van de ingezetenen, dat
het binnen deze stad opgerigte Burger Gasthuis
op den 2 January 1823 zal worden geopend,
en dat daarin ook zullen worden opgenomen
alle personen, zijnde ingezetenen dezer stad,
of als dienstboden bij dezelve inwonende,
welker ziekten of kwalen van zoodanigen aard
zijn, dat dezelve de verpleging behoeven, en
tevens het vooruitzigt opleveren van binnen
zekeren bepaalden tijd te zullen zijn geëindigd,
en omtrent welke een der stadsdoctoren of
chirurgijns eene verklaring deswege zal moeten
teekenen, en bij een van welke, en wel den
doctor of chirurgijn van het kwartier, waartoe
Van der Heim gaf vijf februari kennis „dat het huis op
de Z. W. Binnensingel” is gekocht.
Een poging „ter bekoming van vrijdom van de rechten
van eigendomsovergang” wees Z. M. van de hand.
(Communicatie van drieëntwintig mei.)
Vierentwintig juli is gegund „het bouwen van een
locaal bestemd voor rook- en droogplaats en van een
kamer voor de lijken, benevens het herstellen van een
gebouwtje in den tuin” voor 13.300 en vijf september
„de vertimmering van het locaal tot een gasthuis” voor
f 3.800.
De verkoop „der meubilaire goederen uit dat huis”
bracht op 838.
Totaal, behalve de overdracht, 33.262, te betalen
„uit de beschikbare gelden van ’15 en uit de voorhanden
gelden van ’17.”
In ’22 is het huis in orde gebracht
jaar geopend.