HOOGE RAAD EN HOF. 214 kon vernietigen. Al waren nu ook de lagere rechters, naar welke de zaak na de vernietiging voor eene nieuwe behandeling werd verwezen, geenszins aan de beslissingen van het Fransche Hof gebonden, hetwelk evenmin zelve in de rechtsgedingen uitspraak mocht doen, zoo kon toch, zij het niet dan na eene omslachtige procedure en tusschenkomst van den Keizer, eene voor het geheele Rijk bindende beslissing over de juiste uitlegging der wet worden verkregen. Onder dit Cassatie-hof werd ook ons hoogste rechtscollege geplaatst; van zijne arresten stond cassatie-beroep op de Cour de Cassation te Parijs open. Met het oog daarop werden in dit laatste Hof ook eenige Hollandsche leden benoemd, o.a. Reuvens, de vroegere president van het Hoog Nationaal Gerechtshof. Veel merkwaardigs viel er gedurende de overheersching bij het Hooge Gerechtshof niet voor; geen gelegenheid werd door den President en de leden verzuimd om ge tuigenis af te leggen van hunne gehechtheid en dank baarheid aan den Keizer. Evenals bij de installatie was geschied, zoo werd ook ieder jaar in de eerste vergadering, waarin alle leden opnieuw hunnen eed moesten afleggen, ,,avec une vive emotion” herinnerd aan de weldaden, die het bestuur van den „auguste monarque” voor ons land afwierp en werden de leden opgewekt tot nauw gezette plichtsbetrachting om hèm te behagen, ,,dont les regards paternels ne sont jamais éloignés de ceux qui aiment et remplissent leur devoir.” Ja, die dankbaarheid aan den Keizer ging zoover, dat het Hof hem nog in het begin van 1813 voor gezamenlijke rekening der leden 10 geëquipeerde paarden aanbood voor de armee. Het eenige incident van beteekenis was het hoogst onvoeg zame gedrag van den Procureur-Generaal J. B. de Burck, die, door huiselijk verdriet aan den drank geraakt, her haaldelijk, geheel dronken op het Hof verscheen en zulk

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarboeken geschiedkundige vereniging Die Haghe | 1905 | | pagina 226