222 HOOGE RAAD EN HOF. en den gewonen rechter werden opgedragen. De voor de beide colleges bleef in substantie, sinds 1838 was geweest, alleen bracht eene 1876 eene belangrijke vereenvoudiging in de voor van van Mr. De Hartog te danken, Burgerlijke Rechtsvordering aanbracht, eeuw thans vijf, zoodat het Hof te ’s-Gravenhage tevens de provincie Zeeland binnen zijn gebied kreeg; tegelijkertijd werden de tractementen met f 1000.— verhoogd. Bij de invoering van ons nieuwe Strafwetboek op 1 September 1886, waardoor eindelijk aan de provisioneele handhaving van den Code Pénal een einde kwam, werd de recht spraak van het Hof bijna uitsluitend tot het hooger beroep beperkt, doordien de drieledige onderscheiding der straf bare feiten in misdaden, wanbedrijven en overtredingen, kwam te vervallen, en de berechting van de misdrijven in eersten aanleg aan de Arrondissements-Rechtbanken werd overgelaten. Zoo verloor ook de Hooge Raad in 1893 bijna geheel zijne rechtspraak in eersten aanleg, toen de persoonlijke acties tegen den Koning Staat aan den procedure zooals ze Wet van wijze der cassatie-rechtspleging, terwijl de procedure het Hof deelde in de verbeteringen, welke de Wet 1896, aan het initiatief in ons Wetboek van Het Hof zetelt aan het einde der eeuw nog altijd in de lokalen op het Binnenhof, waar het in 1838 werd gevestigd; de rolzaal van thans is nog dezelfde, waarin zoovele groote mannen voor het oude Hof van Holland en Zeeland hebben gepleit Daar worden voornamelijk de terechtzittingen in strafzaken gehouden; de aan grenzende lokalen dienen tot getuigenkamer, terwijl de zoogenaamde zaal van Lairesse voor de civiele zaken wordt gebruikt; de Griffie is gevestigd boven de poort aan de zuidzijde, terwijl het parket van den Procureur- Generaal is gevestigd in lokalen naast de Hofzaal met den ingang in den zuidelijken toren.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarboeken geschiedkundige vereniging Die Haghe | 1905 | | pagina 234