224
HOOGE RAAD EN HOF.
’s-Gravenhage 1901.
Ml!. A. Struycken.
wezen bevredigend mag worden genoemd, of zooveel
mogelijk tegemoet is gekomen aan dien eisch, die onze
tijd van snel verkeer en concurrentie ook aan de rechts
bedoeling stelt: „snel en goedkoop.” Voor den leek blijft
de rechtspraak in den regel eene machine van eene
onbegrijpelijke constructie, te onbegrijpelijker, wijl zij in
zijne oogen zoo dikwijls met al hare complicaties hare
taak nog zoo slecht en onvolledig vervult. Tot troost
zij hem de uitspraak van den grooten rechtsgeleerde en
wijsgeer in herinnering gebracht: „Si vous examinez les
formalités de la justice, par rapport a la peine qu’a un
citoyen a se faire rendre son bien ou a obtenir satisfaction
de quelque outrage, vous en trouverez sans doute trop
si vous les regardez dans le rapport qu’elles ont avec
la liberté et la sureté des citoyens, vous en trouverez
souvent trop peuet vous verrez que les peines, les
dépenses, les longueurs, les dangers même de la justice,
sont le prix que chaque citoyen donne pour sa liberté.”