EEN EEUW GENEESROMMEL.
15
aan de Glasblazerslaan in ’52 (uitgebreid in '57), is deze
afdeeling aan de Lombardstraat vervallen en overgebracht
naar het nieuwe locaal, dat tevens diende voor de in
1899 afgeschafte keuring van publieke vrouwen, onder
beheer van dr J. L. Chanfleury van IJsselstein. Toen
de stadsdoctor P. A. Jeltes, belast met de waarneming
van het gasthuis, in '60 overleed, is genoemde geneesheer
in z'n plaats benoemd. In overleg met hem is door
den gemeentearchitect ’n plan voor 'n nieuw ziekenhuis
ontworpen volgens besluit, in ’6r door den raad genomen.
Het verrees in den tuin. Het oude gebouw is afgebroken.
Het open terrein, van de straat gescheiden door een
ijzeren hek, is in ’93 volgebouwd, het huis door aankoop
van verschillende panden aanmerkelijk uitgebreid en bij
besluit van zes februari ’94 van electriesch licht, enz.
voorzien. Door den bouw van ’n nieuw lijkenhuis,
waartoe éen mei 1900 is besloten, beantwoordt het thans
aan de eischen van den tijd, doch heeft geen apotheek.
Dat ook betalende zieken worden opgenomen, behoeft
niet nader vermeld te worden.
Twintig december ’64 besluit de raad in den vervolge
het beheer optedragen aan een inwonend ongehuwd
geneesheer-directeur en benoemt dr van IJsselstein. In
’67 als hoogleeraar naar Amsterdam vertrokken, is hij
opgevolgd door dr G. P. van Tienhovendeze, gehuwd
zijnde, is „ongehuwd” uit de verordening gelicht. Als adjunct-
inspecteur bij het geneeskundig staatstoezicht in ’76 naar
Arnhem verhuizend, volgt hem op de hulpgeneesheer
dr J. Hoogkamer, die in ’78 overlijdt. Tijdelijk is op
getreden de arts C. V. van Valkenburg tot ’79. Van
Tienhoven wordt andermaal benoemd en van de verplichte
„inwoning" vrijgesteld. Dertig juni ’91 op verzoek
eervol ontslagen, is aangesteld dr G. H. Roessingh,
eveneens als uitwonend geneesheer. Van Tienhoven,