ENKELE AANTEEKEN1NGEN, ENZ.
232
Den 256*1 Mei 1852 is bij den Plaagschen Raad in
behandeling genomen een ingrijpend en belangrijk voorstel
tot reorganisatie van de gemeente-politie.
De beginselen van dit voorstel berusten op de over
weging, dat men moest overgaan tot het verdeelen van
de gemeente in 4 kwartieren, met een politie-station in
elk kwartier. Voorts zou men krijgen 3 commissariaten
van politie en 5 onder-commissariaten.
Men achtte het voor de veiligheid dier tijden voldoende
om in Den Haag te hebben, twaalf agenten iste klasse
en 18 van de 2de klasse.
Wat vooral eigenaardig was in dit ontwerp, en ampele
discussiën uitlokte was het voorstel om de nacht
wakers, de z.g. klapwakers, weer in te voeren.
Oudere Hagenaars herinneren zich, uit de dagen van
Den róen December 1842 wordt goedgekeurd de
aankoop van een gebouw, toebehoorende aan L. Waterreus,
voor een Commissariaat van Politie te Scheveningen.
Precies een jaar later 15 Dec. 1843 valt een
besluithoudende vermeerdering van het getal der dienaren
van politie met twee/’
En op 10 Maart 1845 leest men van „toelagen aan
de beambten der plaatselijke politie uit het overschot
der retributie van publieke huizen en vrouwen”
Eindelijk: 27 October 1845: Verzoek van den Gouver
neur tot vermeerdering van het personeel der politie te
’s-Gravenhage.
Ziedaar, gaandeweg, de „kenteringen”, waarvan ik
straks gewaagde, in zicht.
De behoefte tot vermeerdering, tot reorganisatie der
Haagsche politie, begint zich sterk te doen gevoelen.