ENKELE AANTEEKENINGEN, ENZ.
249
J. Ch. Blok.
1901.
De taak van ’t uitgebreide, wijdvertakte Haagsche
politie-korps is nu eene zeer zware en vermoeiende. Op
het „goedgezinde” publiek rust dus wel de plicht om de
„rustbewaarders” zooveel mogelijk in de hand te werken,
hen niet in de uitoefening van hun taak te bemoeilijken,
gelijk men zoo vaak ziet. Doch erkend moet worden, dat
ook in dit opzicht het publiek en ik bedoel hier de ver
schillende schakeeringen en soorten ervan telkens
aan betere, gezonder opvatting en verstandiger
blijk geeft
inzicht.
Ziedaar dus een lichtpunt bij ’t vele duistere en onrust
barende, dat de snel-toenemende criminaliteit dezer tijden
vertoont.
’t Zij me vergund, met deze ontboezeming deze enkele,
losse notities uit de geschiedenis van ’t Haagsche politie
wezen, te besluiten, den lezer tevens verontschuldiging
vragend voor ’t uitteraard „magere” van mijn arbeid.