DE KONINKLIJKE BIBLIOTHEEK. 257 bedoeling heeft gelegen de beide huizen gescheiden te houden kan ook hieruit blijken, dat in het kleinere huis naar de zijde van de Vos-in-’t-tuinstraat de rez-de- chaussée- veel hooger ligt dan in het grootere gebouw. Eerst in 1877 werden beide huizingen tot één vereenigd. Na het herstel onzer onafhankelijkheid woonde hier voorloopig Koning Willem I, totdat het paleis in het Noordeinde voor hem in orde was gebracht. Vervolgens werd het gebouw gedurende eenigen tijd betrokken dooi den kroonprins, den lateren koning Willem II, totdat deze in 1817 zich in het paleis op den Kneuterdijk vestigde. In 1819 1821 werd het gebouw als Koninklijke Bibliotheek ingericht. Ofschoon die boekerij destijds nog een stichting was van zeer jonge dagteekening had zij reeds heel wat lotswisselingen ondergaan. In 1798 was besloten de boekerij welke vroeger aan den vorst van Nassau had behoord te bestemmen tot een bijzondere bibliotheek ten gebruike der gestelde machten. Dientengevolge werden naar het tegenwoordige gebouw van de Tweede Kamer overgebracht „de bibliotheeken van den laatsten stad houder en desselfs beide zonen, van het gesubsisteerd hebbende Collegie van Hun Hoog Mogenden, en van het Collegie van Gecommitteerde Raaden van het voor malig Gewest Holland”. De hier bijeengebrachte boeken schat kreeg den naam van Nationale Bibliotheek en werd toevertrouwd aan de zorgen van den abt Ch. S. Flament, een geleerd uitgeweken Fransch priester, die onmiddellijk bet vervaardigen van een catalogus onder handen nam, welke reeds in 1800 naar de landsdrukkerij kon worden verzonden. Welhaast moest de nieuwe bibliotheek wéér verhuizen, daar zij gehuisvest was in een gedeele van het paleis, dat koning Lodewijk voor zich in gebruik nam. Zij werd I?

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarboeken geschiedkundige vereniging Die Haghe | 1905 | | pagina 269