i8 EEN EEUW GENEESROMMEL. niet op zijn weg lag daarin te voorzien en ried haar ’n accoord te treffen met den gemeenteverloskundige dr J. M. Piepers (j" 1899), die zich bereid verklaarde, mits de vroedvrouw elke door haar „aangenomen” zwangere bij hem liet inschrijven a 1. Sedert éen juli '76 is dit geschied. Reeds het eerste jaar zijn 929 zwangeren bij hem ingeschreven; dit cijfer klom steeds. Tot op dezen dag doen verschillende artsen eveneens. Donderdag zevenentwintig februari 1800 is de stad verdeeld in vier quartieren met evenveel doctoren, chirurgen en vroedvrouwen; het tractement der eersten, nu 300, wordt 400. Vrijdag éen januari ’97 zijn de meesters vervallen en aangesteld in Den Haag acht artsen a 800 en éen verloskundige a 500 plus 300 voor bezoeken aan te Scheveningen éen arts voor geneesmiddelen, a ƒ900 plus het ziekekraambed, 3 voor het ziekekraambed, en alles, behalve levering van 100 voor bezoeken aan eiken politiedienaar en 5 voor voor eiken brandwacht. Met ingang van primo januari 1901 is aldaar’n tweeden arts aangesteld. Voorts tien vroedvrouwen, waarvan twee te Scheveningen, a 250. Vroeger was aldaar slechts éen vroedvrouw, die sedert '81 een „hulpe” had. Ingaande woensdag éen januari 1902 is het honorarium der artsen gesteld op 1000 in Den Haag; terwijl te Scheveningen twee artsen werkzaam zijn voor f 900 elk, waarvan éen, de vesloskundige, ’n bijslag heeft van f 200, plus genoemde emolumenten. Uit deze opgaaf blijkt, dat de gemeente is verdeeld in negen onderstandswijken de negende is Scheveningen. Voor het overige is zij versneden in acht afdeelingen, zijnde de achtste Scheveningen, sedert 1797 de zevende wijk G. Aldaar was voor 1786 geen geëxamineerd meester gevestigd; de barbier, ’n gewezen knecht of

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarboeken geschiedkundige vereniging Die Haghe | 1905 | | pagina 26