2ÓO
DE KONINKLIJKE BIBLIOTHEEK.
Iterson de niet onbelangrijke boekerij van het voormalige
klooster te Weesp naar de Koninklijke Bibliotheek werd
overgebracht. Tot de haar ten deel gevallen legaten
behooren de aan brieven rijke handschriftelijke nalaten
schappen van den geleerden burgemeester van Deventer
mr. G. Cuper, van den uit den Patriottentijd bekenden
Utrechtschen geleerde en staatsman, mr. R, M. van Goens,
en van den geschiedschrijver, mr. H. van Wijn; verder
de boekverzamelingen van A. Bogaars vooral ge
schiedenis en letterkunde, waarbij eenige fraaie hand
schriften van P. A. S. van Limburg Brouwer in
hoofdzaak indologische werken van Jhr. J. de Witte
van Citters vooral letterkunde en dramatiek-- van G.
Groen van Prinsterer vooral staatsrecht en geschiedenis
van den oud-boekhandelaar Bakhuijzen vooral ge-
schriftjes, medailles, insignes, programma’s betrekking
hebbende op nationale gedenkdagen van H. A. van
Dijk; van P. J. B. C. Robidé van der Aa vooral
aardrijkskunde van Jhr. Six vooral natuurlijke
historie, enz. enz. Soms werden geheele bibliotheken
voor de Koninklijke aangekocht o.a. de collectie Spinozana
en de merkwaardige schaakbibliotheek van dr. A. van der
Linde en de omvangrijke boekerij van prof. J. de Wal.
Toen deze laatste naar de Koninklijke Bibliotheek werd
overgebracht, was juist ook het onder denzelfden gevel
gebouwde kleinere huis in eigendom aan den Staat over
gegaan, waardoor gelegenheid ontstond de Wal’s boeken
voor zoo verre er niet reeds exemplaren van aanwezig
waren in drie kamers te herbergen, terwijl tevens,
door dezen aankoop voor eenige jaren weder ruimte
gewonnen was, tot het plaatsen van de in steeds grooteren.
getale toestroomende aanwinsten. In steeds grooteren
getale, want de geldmiddelen werden telkens ruimer en
derhalve werden de aanwinsten door koop verkregen