264
DE KONINKLIJKE BIBLIOTHEEK.
1897 een tweede zaal er bij aangetrokken, maar het
gebrek aan plaats was daardoor niet voor goed verholpen.
Daarvan kan ieder zich overtuigen, die op een drukken
dag b.v. Woensdag of Zaterdag in de namiddaguren de
Bibliotheek bezoekt. Dan komt het herhaaldelijk voor
dat geen plaatsje onbezet is en bezoekers der Leeszaal
in de Kunstzaal een onderkomen moeten zoeken. Is ook
deze geheel bezet, dan ziet men soms personen zich
behelpen met een plaatsje in het toch al niet te ruime
bureau. Die Kunstzaal is in 1894 voor het publiek geopend
en was een zeer aanmerkelijke verbetering. Daarheen
werden overgebracht de talrijke plaatwerken, waaraan
de Koninklijke zoo rijk is. Voor het bewonderen en raad
plegen dier werken, welke uit den aard der zaak nog
al veel plaats beslaan, was in de Leeszaal eigenlijk geen
gelegenheid. In de nieuwe kunstzaal is thans een uitstekende
gelegenheid aan de groote tafel met acht fauteuils, waar
de bezoekers de omvangrijkste werken kunnen raadplegen
zonder anderen te hinderen. Maar alles bijeengenomen
is de toestand van dien aard, dat hij zoo niet meer kan
blijven, te meer daar ook het ruime gebouw overvuld
en voor nieuwe aanwinsten geen plaats meer te vinden
is. Gelukkig dat de nieuwe eeuw eindelijk een afdoende
verbetering belooft; op de staatsbegrooting voor 1903
was een post uitgetrokken om een aanvang te maken met
het bouwen van een ruime Leeszaal voor 84 personen
en bergplaats voor boeken. Ten bewijze dat het hier
een dringende behoefte geldt zij medegedeeld dat terwijl
in 1890 het aantal bezoekers 12130 bedroeg, dat cijfer
in 1900 was gestegen tot 26631.
Tot die groote vermeerdering van het aantal bezoekers
heeft in niet geringe mate bijgedragen, dat sedert October
1895 de zalen ook gedurende eenige avonduren voor
het publiek zijn opengesteld. Van 15 September tot 14