268
HET MUSEUM MEERM ANNO-WESTREENIANUM.
verzameling
van elke maand voor
zijn. De stichter heeft be
grepen
voldoende waren om
een afzonderlijk aan
bepaling, waardoor de aan het museum verbonden personen
het testament is ook bepaald dat het museum den
eersten en den derden Donderdag
het publiek toegankelijk zou
dat de door hem na te laten geldmiddelen niet
te voorzien in het traktement voor
te stellen personeel. Vandaar deze
dat de Bibliothecaris der Koninklijke Bibliotheek steeds
hoofdbestuurder van zijn Museum zou zijn.
In zijn testament komen nog enkele bepalingen voor,
welke de aandacht trekken. Zoo al dadelijk die betreffende
den aan zijn Museum te geven naam, n.l. Museum
Meermanno-Westreenianum. De heer J. Meerman had
bij zijn overlijden zijn zeldzaam rijke verzameling hand
schriften en boeken aan de stad ’s-Gravenhage vermaakt.
Maar deze had bij den toenmaligen treurigen toestand
van de geldmiddelen der stad, de schenking niet aanvaard,
uit vrees voor de kosten, welke het onderhoud der boekerij
zou medebrengen. Zoo is dan de vermaarde Bibliotheca
Meermanniana in 1824 publiek onder den hamer gekomen.
Veel van de door Meerman bijeen gebrachte schatten
ging naar het buitenland, o.a. kwamen tal van hand
schriften terecht in de bibliotheek van Sir Phillips te
Cheltenham, waaruit voor enkele jaren onze regeering
een zeker aantal voor onze geschiedenis of letterkunde
belangrijke handschriften heeft terug gekocht. Maar veel
werd ook voor ons land behouden. Een van Meerman’s
erfgenamen, tevens een der executeurs was baron van
Westreenen en deze besteedde zijn aandeel in de erfenis,
circa 12.000 tot den aankoop van kostbare hand
schriften of zeldzame boeken, waarmede hij zijn eigen
verrijkte. Uit pieteit tegenover Meerman’s
nagedachtenis verbond hij daarom ook diens naam aan
zijn museum.
‘in