z8o
IETS OVER DEN HAAGSCHEN BOEKHANDEL, ENZ.
na zoovele jaren
vrede noemt, ’t Was ook begrijpelijk
strijd. Men rustte uit.
Een van de weinige nieuwe zaken was die van A. H.
Bakhuijzen, die zich in 1818 vestigde en tot ongeveer
1870 bestond. Hij woonde in de Hoogstraat bij het
Annastraatje, naast den bekenden bakker Stein. Zijn
zoon verzamelde allerlei belangrijks en onbelangrijks
over onze nationale feesten tusschen 1863 en ’72, en
schonk die verzamelingen aan de Koninklijke Bibliotheek.
Eerst tusschen 1830 en 1840 wordt een nieuwe geest
vaardig. Toch het moet erkend worden had niet
iedereen geslapen want voor 1845 toen hij zijn
zaak aan de Gebr. Belinfante overdeed bloeide de
boekdrukkerij van D. Schinkel, een voor zijn tijd zeer
verlicht man, die geen moeiten noch kosten ontzag om
letteren en wetenschap te bevorderen en wiens zeer
fraaie boekverzameling, later door W. P. van Stockum
geveild, het bewijs zou leveren voor zijn fijne smaak.
Die W. P. van Stockum maar laten wij eerst
trachten de ruimte tusschen hem en zijne voorgangers
aantevullen.
In 1829 verrees er een statelijke boekhandel; toen door
Generaal Doorman, die in de zaak van A. Kloots Co.
was geïnteresseerd, de zaak dier firma werd overgenomen,
en ik vermoed diens zoon daar eerst op het Spui,
later in de Lange Poten heerschte. ’t Was een deftige
zaak aan die zijde van de Poten, die, toen de straat werd
verbreed, onder den moker viel. De eigenaar was al een
even statig man, met zijne vele relaties in militaire kringen.
Hij was buitendien een specialiteit voor den franschen
handel, dien hij met veel kennis en smaak dreef. Keurig
van aard, moesten zijn helpers dikwijls alles „netjes
maken”, zooals hij zich uitdrukte. De naam van Harden-
berg’s Klapper is aan den zijne onafscheidelijk verbonden.