28i
voor
1834 zijne specialiteit maakte van het
er ooit sprake kan
de zee tusschen
het in diejaren.
Alles wat leesbaar was, werd in klein formaat en
het publiek was ook niet
IETS OVER DEN HAAGSCHEN BOEKHANDEL, ENZ.
Na zijn dood; ongeveer in 1876, ik schrijf slechts
een causerie, geen geschiedenis werd de zaak nog
een tijd lang voortgezet door den heer van Osenbruggen,
een zoon van den bekenden Conrector van het Gymnasium,
die den bijnaam van „Poot" droeg. Onder zijne leiding
ging de zaak spoedig den weg van alle papier.
Van Franschen handel gesproken, is ook zeker een
woord van herinnering waard G. Vervloet, die tusschen
ongeveer 1830 en
nadrukken van Fransche boeken. Zoo
zijn geweest van „een roofstaat aan
Oost-Friesland en de Schelde”, dan was
billijken prijs nagedrukt, en
kieskeurig eenvoudig verslonden.
Een fijner, verdienstelijker man zou opstaan in J. L.
C. Jacob. Zwitser van geboorte, doch spoedig met zijn
vader naar Holland gekomen, bracht hij zijn leerjaren
door bij den bekenden Immerzeel, en vestigde zich in
1830 als boekhandelaar te Rotterdam. Zijn zaak in
Rotterdam schijnt echter weinig geslaagd te zijn. Hij
deed die over aan van Reyn Snoeck, en wijdde zich aan
den ouden handel in den Haag. Kundig bibliograaf, was
hij echter te veel „bibliofiel”. Hij kon van een boek, dat
hij liefhad, moeilijk scheiden; en het is feitelijk gebeurd, dat
hij iemand, die een zeldzaam werk bij hem wilde koopen,
antwoordde, dat ’t al verkocht was. En tóch stond
het rustig in zijn kast. Hij kon het niet verkoopen. Zeker
is die karaktertrek eerbiedwaardig; maar uit een mercantiel
oogpunt wel ’n beetje gevaarlijk. Na veel te hebben
geleden hij was ook ziekelijk associeerde hij zich
op 31 Juli 1847 met A. G. de Visser onder de firma
Jacob Co. Hij zelf stierf in Juli 1865. A. G. de Visser
kennen de oudere Hagenaars nog, zoowel om zijne eigen-