284
IETS OVER DEN HAAGSCHEN BOEKHANDEL, ENZ.
Na van Stockum kwam een geheel andere persoon
lijkheid: Fuhri, K. Fuhri. Een wonderbaar ondernemend
man, door vele zijner confraters sterk bestreden, toch
in moeilijkheden door hen geholpen, ondergegaan in
zaken, herleefd in Amerika en daar gestorven.
't Is een raadsel voor hen, die ver van hem afstaan
als wij; maar trots, dat men zijne wijze van handelen
laakte; trots, dat men belangrijke sommen door hem
had verloren, erkende men zijn genialiteit. In zijn soort
was hij een Napoleon; maar, die ook zijn Waterloo
vond
Zijn werktijd valt tusschen 1837 en 1855. Een man
van groote energie en ondernemingsgeest, was hij veel
te breed voor een land als Nederland, met zijne enge
taalgrenzen. Ofschoon elk verstandig mensch kan nagaan,
dat men als uitgever in een gebied, dat beperkt is door
een weinig verspreide taal, niet kan doen, wat men in
groote rijken doet, was Fuhri optimist en schoeide zijn
zaak langzamerhand op te groote leest.
Oorspronkelijk was hij bestemd onderwijzer te worden.
Hij moest echter door familieomstandigheden daarvan
afzien en kwam als leerling bij W. K. Mandemaker, die
toen ter tijd eenigen naam had als auctionator. Van daar
ging hij naar J. F. Thieme te Nijmegen, en nam in
1837 de zaak van zijn voormaligen chef Mandemaker over.
Eerst ging hij kalm zijn gang; maar na enkele jaren
werd hij te ondernemend. Hij stichtte het bekende jaar
boekje Aurora (in 1840); in 1843 De Tijdspiegelgaf
Nieuwenhuis' Woordenboek \\\t, als de eerste Nederlandsche
encyclopedie. In 1852 schiep hij den „Kindercourant”
En nog had hij in 1844 de inrichting overgenomen van
de Maatschappij van Schoone Kunsten, waarmede, om
slechts iets te noemen, 3000 houtsneden zijn eigendom
werden. Den bekenden H. F. L. ten Kate had hij als