IETS OVER DEN HAAGSCHEN BOEKHANDEL, ENZ. 292 halve eeuw lang onbevreesd gestreden heeft voor wat de Spectatorclub waar en schoon achtte. Nadat hij in 1879 zich met Boele van Hensbroek had geassocieerd, en in 1891 zijn zoon Wouter Nijhoff in deze vennootschap was opgenomen, legde hij in 1894 het werkzame hoofd ter ruste. Na hem verrezen er nog enkele zaken, b.v. die van F. J. de Zwaan, in de Veenestraat, thans dc firma Cikot in de Hoogstraat. De zaak van van Meurs, in de Veenestraat, ging over aan G. C. Visser en later aan Blankwaard en Schoonhoven. Als uitgever illustreerde ook D. A. Thieme voor korten tijd den Haag. In 1852 te Arnhem gevestigd, kwam hij omstreeks 1873 naar den Haag om „Het Vaderland,'' te besturen. Zijn uitgeverszaak ging na zijn dood, in 1879, over aan Henri J. Stemberg, die echter slechts korten tijd bestond. De dood rukte den jongen man in 1883 weg, en zijn zaken werden geliquideerd. Er zouden nog vele anderen te noemen zijn. Wie kende b.v. vroeger niet Verhoeven, den Engelschen boekhandel, in de Spuistraat? de Groot op de Groen markt over het Stadhuis, waar men zijn opera-boekjes kocht? Wie kent er nog niet van Golverdinge, Beschoor, Gerritsen, allen drie bekend bij de predikanten? Maar ik weet niet genoeg van hen. „Wie stil heeft geleefd, heeft goed geleefd” is een gouden spreuk. Slechts wil ik nog even herinneren aan dat eigenaardig soort boekhandelaars, die op de openbare straat hun handel drijven of dreven. Zij zijn in den Haag gerepre senteerd door de stammen van Blok en Grenade. Waren er vroeger boekenstallen op de „Zaal van ’t Hof”, b.v. in 1672 die van den bekenden Ameling, en werden zij daar ook later geweerd, sedert jaren staan er boeken-étalages op het Binnenhof, aan weers zijden van de Stadhouderspoort. Die étalages behooren

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarboeken geschiedkundige vereniging Die Haghe | 1905 | | pagina 305