296 IETS OVER DEN HAAGSCHEN BOEKHANDEL, ENZ. De prijzen P. A. M. Boele van Hensbroek. Maar, waar zou ik eindigen, souvenirs wilde ophalen? vóór 46 jarenen als zoo ik al mijn Haagsche Zij dateeren, helaas, reeds van men dan een niet al te slecht geheugen heeft, is het archief der herinneringen op velerlei gebied overvol. Ten slotte, pour la bonne bouche, na al die feiten en cijfers, een anecdote, een historische anecdote, die licht werpt op de wijze, waarop in de negentiende eeuw een nomade Haagsche boekhandelaar soms handel dreef. De naam doet er niets toe. ’t Was omstreeks ’8o, toen er een rage was voor geïllustreerde Fransche werken der 18e eeuw, de heerlijke boeken met gravures van Eisen, Cochin, Oudry, e.a. van die boeken waren toen ongekend hoog. Xzoo heette de boekenman bood mij de fraaie Molière-uitgave van Bret aan, toen ter tijde een zeer kostbaar boek. Nadat de koop was gesloten, ontwikkelde zich het volgende gesprek „Maar X., hoe kom je toch altijd aan zulke mooie boeken?” „Zal ik je zeggen” zegt X. „Ken je de Generaal Wel nou, ik kom dikwijls bij de Generaal, ’k Zie die Moljère staan, en zeg zoo tegen ’mGeneraal, zeg ik, wat doe je nou mit dat ouwe kreng? Ik zei je een mooie, nieuwe brengen. Die is ook beter voor je oogen Goed, zeit de Generaal. Laat maar is kijken. -- Ik ga na Belinfante en daar haal ik me ’n Moljère van ƒ8.50, met gekleurde printen. Ik na de Generaal Ik zeg: Generaal, zeg ik, daar hep ie nou ’n mooie Moljère. Geef mij nou dat ouwe kreng en dan geef je me maar tien gulden toe”. En zoo geschiedde het

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarboeken geschiedkundige vereniging Die Haghe | 1905 | | pagina 309