ENKLE BLADZIJDEN UIT DE GESCHIEDENIS, ENZ. 299 Als Architectonisch Monument heeft onze Zaal niet enkel waarde voor Nederland, maar voor geheel West en Midden-Europa, waarin ge heden ten dage niet eene dertiende eeuwsche Zaal van die afmeting en met zulk eene stoute ziende overkapping meer kunt vinden, er zijn nog wel grootere, jongere en veel rijker behandelde Zalen met open dak-stoelen, doch er is geen enkle Zaal meer uit die eeuw overgebleven, die in afmeting, in eenvoud en in stoutheid van constructief kunnen en durven, haar ook zelfs nabijkomt, in dat opzicht is zij werkelijk eenig, is zij een Europeesch Monument. De indruk dezer Zaal op den bezoeker, was dan ook door alle tijden heen opvallend sterk en gelijk Alberdingk Thijm het zoo eigenaardig wist te zeggen: „De eeuwen, dat men staat in een grootsch en waardig Monument. En inderdaad, zij is een eenig Monument, en dat zoowel in Architectonischen als in Historischen zin. Welnu, welk is haar waarde en beteekenis als Architec tonisch Monument, en welke als Historisch Monument? Haar waarde en beteekenis als Architectonisch Monu ment is van tweevoudigen aard, eerstens als bouwwerk zelf, tweedens als zijnde een unicum, als de eenigste Zaal, welke ons nog is overgebleven uit dat zóó hoogst belangrijk tijdperk van ons volksbestaan, uit de dertiende eeuw. Haar waarde en beteekenis als Historisch Monument is mede van tweevoudigen aard, eerstens als woon- en feest-Zaal, als de groote Hal tijdens het Grafelijk verblijf en als feest- en vergader-Zaal tijdens de Republiek, tweedens als hoofd-toegang, als eere-vestibule en wacht- Zaal tevens, sedert de XVe eeuw voor het Gerechtshof en sedert het laatst der XVIde eeuw mede tot de ver trekken hunner Hoog Mogenden.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarboeken geschiedkundige vereniging Die Haghe | 1905 | | pagina 313