ENKLE BLADZIJDEN UIT DE GESCHIEDENIS, ENZ. 301 De architectonische waarde der Zaai, zit in hare afmetingen, in hare ruimte-verhoudingen en in hare ziende overkapping Welnu, hoe zijn deze? Graaf Willem II had op een, voor zijnen tijd, werkelijk grootsche wijze zijn Kgsteel-bouw in die Haghe begonnen en dien van af het jaar 1250 tot aan zijnen dood in het jaar 1256 laten voortzetten, en een terrein van nagenoeg 48 hectaren daarvoor ingenomen, namelijk ter lengte van 1000 Ml. gerekend van af de oostelijke buitengracht langs den Coeltuyn, tot aan de Beek of westelijke buiten gracht van het Buitenhof en ter breedte van 480 M1. gerekend van af de zuidelijke buitengracht langs de Pooten tot aan den Heir-weg van ’s-Gravezande naar Leiden, benoorden den Vijver. J) Hoever die bouw bij zijnen dood precies gevorderd was, in hoeverre deze daarna gestaakt en vervolgens omstreeks het jaar 1275 door zijnen zoon i) In de Mededingen van de Vereeniging tot Beoefening der Geschiedenis van ’s-Gravenhage, deel I, (verschenen in 1863) wordt beweerd, dat, aangezien de Vijver in de oudste rekeningen niet genoemd wordt en alleen in de rekening van 1350 bij name voorkomt, deze daarom ook eerst omstreeks dien tijd zou zijn gegraven. Jhr. Calkoen heeft in zijne Binnenhof-studiën die meening overgenomen, doch m i ten onrechte. Het is waar, in onze oudste rekening die van den Rentmeester- Particulier van 1316, wordt de Vijver niet genoemd en evenmin in de daarop volgende rekening, die van den Rentmeester- Generaal van 1340, (de rekeningen tusschen 1316—1340 en 13401343 schijnen verloren te zijn gegaan), doch dit kan bezwaarlijk tot bewijs gelden voor het niet bestaan van den Vijver, in tal van rekeningen toch na 1350, toen hij wel degelijk bestond, wordt hij mede soms in jaren niet genoemd. Buitendien wijst ook de terreins-toestand van den z.gn. Langen Vijverberg, met het huis Egmond op den hoek, dat reeds vóórdien bestond, op een vroeger bestaan van den Vijver en wel uit de dagen van Floris V.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarboeken geschiedkundige vereniging Die Haghe | 1905 | | pagina 315