ENKLE BLADZIJDEN UIT DE GESCHIEDENIS, ENZ. 302 Philippus a Leijdis zegt in zijn: „De cura Reipublica CLXXV „Hinc ad respectum multimodum Palatii de Haga: quod consilio et cura bonae memoriae Magistri Gerardi de Leijden aedificatum est; qui fundationem etiam posuit in magna parte canonicatuum ibidem”. Gerard van Leijden stierf ten jare 1306. Floris V is gewijzigd en voortgezet, en in welk jaar het Kasteel in zijn geheel voltooid was, dit alles is helaas niet meer op te diepen, doch dat Floris V het oorspronkelijk bouwplan veranderd heeft, blijkt onmiskenbaar uit den bouw der Zaal zelve, waartoe hij een gedeelte der woon- of zaal-ruimten door zijn’ vader gebouwd weder liet afbreken, ten einde, midden op het groote binnen-plein van het Kasteel en in aansluiting met zijn eigen woon vertrekken de Groote Zaal te kunnen bouwen. Gerard van Leijden, ’s-Graven raad, was tevens zijn bouwmeester, doch hij was meer dan een gewoon werkmeester alleen, hij wordt zelfs als afgezant afgevaardigd naar Schotland en zijn naam komt in tal van charters voor; blijkbaar heeft hij den graaf menigmaal op diens reizen vergezeld en wist hij daardoor zijn talent als bouwmeester en zijn constructive kennis in ’t bizonder, in hooge mate te ont wikkelen, zoo zelfs, dat hij belast met het ontwerp en met den bouw der nieuwe woon- en feest-Zaal, daarvan eene Zaal heeft weten te maken, die als Monument eenig is gebleven in haar soort. Met haar as loodrecht gericht op het midden van die van het hoofd-gebouw van Graaf Willem II, werd de oostelijke eind-gevel der nieuwe Zaal met behoud eener tusschen gelegen binnenplaats, opgetrokken tegen de beide west-torens van dat woon-gebouw (zie nevenstaande plattegrond), met haar noordoostelijk contrefort daardoor het eigenaardig boog-raam boven in den vierkanten of z.g.n. Haag-toren dekkend. Binnenwerksch gemeten is de Zaal

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarboeken geschiedkundige vereniging Die Haghe | 1905 | | pagina 316