3°4
ENKLE BLADZIJDEN UIT DE GESCHIEDENIS, ENZ.
van af dien oostelijken eind-muur tot aan den west-gevel
lang 38.40 M1. en breed tusschen hare zijmuren 17.80 M1.,
alzoo groot 683s M2, welke zijmuren door muraal-zuilen
van gehouwen steen, die tot steun voor de zware spant-
beenen dienen, elk in zes vakken van nagenoeg gelijke
breedte zijn verdeeld. Zoowel tot behoud van den over
welfden kelder, welke zich onder de afgebroken Zaal van
Willem II bevond, als ook welstandshalve, werd de
bovenkant Zaal-bevloering gelegd op 7“ rijnl. vt. of
2.35s M. boven het steenen pad van het Kasteel-
plein, eene hoogte, in verloop van tijd, door ophooging
van het Binnenhof verminderd tot 1.75 M1. en nu weder
teruggebracht tot 2.05 M1. Door die hooge ligging werd
het tevens mogelijk, om onder de voorzijde der Zaal in
aansluiting met den bestaanden, een nieuwe kelder te
maken, die, verdeeld in drie beuken en elk dezer in vier
gewelf-vakken, op het eigenaardigst aantoont, het verschil
in kelder-architectuur van het jaar 1250, den bouw-tijd
van den ouden kelder, in ongeprofileerden boogsteen en
met baksteenen kolommen, met dien van het jaar 1275,
den bouw-tijd van den nieuwen kelder, in geprofileerden
boogsteen en met kolommen van arduinsteen.
De zijmuren der Zaal, ter zwaarte van 1.20 M1. gemetseld
in Vlaamsch verband van oude reuzemoppen groot 29
bij 14 bij 75 cM. (de baksteenen tijdens den bouw van
Graaf Willem II gebezigd, zijn zwaar 30 bij 145 bij 8S ad
9 cM.), die zijmuren zijn hoog vloer 7.70 M1. of
10.05s M1. kasteel-plein en van buiten, ter plaatse
der muraal-zuilen en bij den oost-muur, versterkt met
steunbeeren of pijlaernen, breed 1.20 bij 1.50 M. voor
sprong, tusschen welke steunbeeren, boven de ramen
zware segment-bogen zijn geslagen van 65 tot 81 cM.
diepte, op welke bogen de goten rusten, die tevens tot
weergang ter weerszijden langs den dakvoet dienen en