ENKLÈ BLADZIJDEN UIT DE GESCHIEDENIS, ENZ.
313
x) Aldus de gedenkplaat binnen die Zaal.
gebouwd, met behulp
van Ellinkhuizen en
en de zamenstellende deelen van elk spant ineengepast,
dan volgde voor die dagen nog het allermoeielijkste
werk, het zonder ongelukken ophijschen, stellen en het
boven in de Zaal ineenwerken dier groote zware reuze-
gevaarten. Dat alles dient men ten vollen wel in te denken,
wil men die oude bekapping naar eisch kunnen waardeeren,
ik vrees zelfs, dat bij uitsluitend gebruik van hout,
gelijk hier plaats had, geen enkele onzer Nederlandsche
architecten uit de zóó hooggeroemde XlXde of XXste eeuw,
eene zóó gelukkige, eenvoudige en solide, laat staan
eene betere oplossing had kunnen aangeven.
Terecht zegt dan ook Le Petit in zijn„Nederlantsche
Republycke” (ghedruckt tot Arnhem A° 1615) „de groote
Zale van dit Palais, is konstelick gemaeckt, met geen
dicke Bakken, overdweers aen de muyren ofte Gevelen
gebondenmaer alleenelickerr met timmeragie Booghs-
gewijse dat ’t geheele Gebouw bindt; Men seyt dat het
van Yrisch hout ghemaeckt is, ’t welcke sulcke proprieteyt
heeft, dat het geen fenijn en kan verdragen, daeromme
en heeft men daer geen motten ofte coppe-spinnen wech
te keeren, want daer gene en comen”.
Het verschil tusschen onze Xllfde en XlXde eeuwsche
menschen en kunst opvatting, spreekt wel het duidelijkst
als men de Hof-Zaal gaat vergelijken met de z.g. Gothische
Zaal alhier.
Het was in het jaar 1840 T) op den 4<kn September,
op den Heuglijken geboortedag van Hoogstdeszelfs eersten
kleinzoon, dat Koning Willem II, den eersten steen heeft
gelegd dezer Zaal, destijds ,,’s Konings Gothische Zaal’’
genoemd, omdat zij door Z.M. zelven was ontworpen
en gebouwd, met behulp en voorlichting alleen van
J. E. van Ellinkhuizen en P. Schroot. Die Zaal lang