322 ENKLE BLADZIJDEN UIT DE GESCHIEDENIS, ENZ. L De klerk der Laage Landen bij de Zee, zegt in zijn Kronyk op bladz. 164: „ende (Graaf Florens) dede maecken, vermits des gelts wille, dat hij hadde van den Rijcke van Scotlandt, die hoege Sael ende die Capelle in den Haege”. Is dit waar, werd de zaal-bouw inderdaad bekostigd uit de gelden door Floris V verkregen doordien hij afstand deed van de Schotsche kroon, dan zou de Zaal niet in 1275—80, maar eerst in de jaren 129295 gebouwd zijn geworden. daaronder vallen nu niet alleen die gebeurtenissen, welke van invloed waren op de toekomst van ons land, maar ook die, welke hunnen tijd karakteriseerden, zoowel ten goeden als ten slechten, terwijl de gebouwen bovendien nog historische beteekenis kunnen ontleenen, aan personen of vorsten, welke langeren of korteren tijd binnen hen verblijf hielden. Dat alles te zamen, is inderdaad op onze Hof-Zaal van toepassing en onder onze nog bestaande wereldlijke oude gebouwen, welke in dit opzicht bizondere waarde hebben, mag zij zeer zeker, in de eerste plaats genoemd worden. De bouw van het kasteel, alhier door zijn’ vader Graaf Willem II in het jaar 1250 begonnen en door diens ontijdigen dood in 1256 gestaakt, werd door Floris V, nadat hij in 1272 het bestuur aanvaard had, waarschijnlijk omstreeks het jaar 1275 voorgezet en toen gewijzigd tevens. J) Hij was het, die midden op het groote binnen plein van het Kasteel, in aansluiting met zijn woon verblijven, nu eene ontvang- en feest-Hal liet bouwen, de Grote Zale genoemd. In deze Zaal was het, dat hij in den jare 1295 „op Kersdagh bij Hem te Hove in den Hage dede komen veertigh de ryckste ende eerbaerste huysluyden die in den lande van Hollandt te vinden warenMet dese goede Mannen hielt hij hoogh hoff, ende in ’t eynde van de maeltijdt sloeg hy se alle veertigh

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarboeken geschiedkundige vereniging Die Haghe | 1905 | | pagina 337