326
ENKLE BLADZIJDEN UIT DE GESCHIEDENIS,- ENZ.
ZieG. Brandt. Historie van de Rechtspleging gehouden
in den jaaren 1618 en 1619 ontrent de drie gevangene Heeren:
Mr. Johan van OldenbarneveltMr. Rombout Hoogerbeets en
Mr. Hugo de Groot. 3 druk A°. 1723, bladz. 197.
van het jaar 1586, op den dag waarop naar aanleiding
van het tractaet met de Koningin van Engeland gemaekt,
de Graaf van Leycester als Gouverneur en Capiteyn
Generaal der Vereenigde Nederlanden zijn eed deed, hem
door de Staten van Holland een banket werd aangeboden.
Zoo behield ook tijdens de Republiek, de Zaal haar aloude
bestemming van feest- en vergader-Zaal. Doch buitendien
was zij soms ook getuige van droeve gebeurtenissen.
Het was o.a. in den morgen van den i3en Mei van het
jaar 1619, dat, terwijl tegen gewoonte die nacht alle
voorposten van het Binnen-hof gesloten en de wachten
verdubbeld werden, ten 4 ure, vóór de beneden-vensters
van het portaal bij den hoofd-ingang der Zaal, in allerijl
van eenige ongeschaafde, oude deelen een schavot werd
bijeengeslaagen en met houten balijen of leuningen
omcingelt. De vensters van dat portaal op het trapbordes
werden er uitgenomen en daardoor verkreeg men een
deurganck tot het schavot. Daar heeft men een’ hoop
oudt zandt ter neergestort. Maar men hadt vergeten een
doodtkist te bezorgen. Dies wierdt ’er een oude kist van
ongeschaafde deelen, die langen tijdt op de plaats op
’t gemeen schavot had gestaen, met’ er haest op ’t schavot
gebraght. Op die vuile ongepikte doodkist zagh men twee
soldaaten zitten speelen, wie de ziel van Barneveldt zouw
hebben, Godt of de Duivel.
Om zes uur reeds werd ’t krijghsvolk op ’t binnenhof
in ordre gestelt. Niet langh voor acht uur werd den
bijna 72 jarigen Lands-advocaat Johan van Oldenbarneveldt
aangezegd, dat zijn rechters hem wachtende waren en