ENKLE BLADZIJDEN UIT DE GESCHIEDENIS, ENZ.
331
tot
gaat Cats voort, „U. Ho Mo notabel resolutiën ghenomen
tegen alle Vuylicheden en corruptiën, die soo in ’t stuck
van Policie als Justicie souden mogen worden gepleecht,
waervan de gedachtenisse uyt de reynicheyt van de
jegenwoordige plaetse de Memorie alomme kan werden
vernieut”.
De Zaal diende behalve tot Vergader-zaal bij enkele
gelegenheden, ook toen reeds, blijkens ’t geen Cats
verder zegt, tot vestibule of tot „Salie des pas perdus”,
in den eind- of oost-muur toch was, „links den opganck
de Plaetse daer de Vergaderinge van de Heere
Staten-Generaal ghewoonlyck is gehouden te worden en
rechts de trap ende toeganck tot de Plaetse, daar het
Hoff Provintiael ghewoonlyck is syn functie in ’t stuck
van Justitie te oeffenen, terwijl besyden wordende bevonden
den inganck van de kamer van de Rekeninghe en van
de Leenkamer.”
Als vestibule en als hoofd-toegang tot de vertrekken
der Staten-Generaal en tot die van het Gerechtshof
„Het Hof van Holland” door Karei de Stoute in het
jaar 1462 reeds ingesteld en in de oud-Grafelijke woning
gevestigd, stond de Zaal overdag nu blijkbaar voortdurend
open, van daar dat zij onwillekeurig eene wandel-hal
tevens werd en in navolging van het buitenland, met
Consent der Heeren, eerst met enkle comptoirkens of
winkelkens bezet, vervolgens in eene volslagen winkel
galerij veranderde. Tijdens vergaderingen of feesten
werden die houten winkel-kramen dan echter opgeborgen
in een der kelders of bij de eigenaars in huis, welke per
jaar hun winkel-plaats gehuurd hadden.
Pieter Bor, die geruimen tijd hier woonde, zegt in
zijn in 1602 verschenen werk: „De Nederlandsche
Oorlogen”, „rontom de zaal nu ter tijd verscheiden
cramers voorstaen, so met alderhande boeken, kramerijen