334
Zie: Mr. G. A Fokker „Geschiedenis der Loterijen in de
Nederlanden”, verschenen in 1862.
ENKLE BLADZIJDEN UIT DE GESCHIEDENIS, ENZ.
tot winkel-galerij werd benut, zij kreeg in April van het
jaar 1709 mede nog eene andere bestemming, toen toch
werd daarin opgericht eene bekwame en verheven stellaadje
voor de trekking der eerste Hollandsche obligatie-loterij
van 16 millioen gulden. Nadat echter den 4en April 1726,
was ingesteld eene Generaliteits-Klassen-loterij, werd de
Zaal voor de openbare trekkingen dier loterij tevens
aangewezen en daarin op het oost-einde ter plaatse van
de schouw op 2 M1. boven den vloer een houten
vertrek getimmerd met open voor- en zuid-zijde (zie
nevenstaande afbeelding) in welk vertrek, in tegenwoor
digheid van den Gouverneur-Generaal van het Geregts-
hof, van den Gouverneur van Zuid-Holland en van den
Burgemeester van ’s-Gravenhage, dat jaar de eerste trekking
plaats had, welke niet minder dan 41 dagen duurde.
Daar van toen af, uitgezonderd in dejaren 1806—1815,
tot aan het jaar i860 toe, alle trekkingen der Staats-loterij,
behalve de enkle tusschen 1827 31 in Brussel gedaan,
in de Groote Zaal plaats hadden, werd zij in dien tijd
en ook nadien meestal de Loterij-Zaal genoemd.
Tot in het jaar 1806 behield zij hare veelzijdige be
stemming, toen echter werd zij, evenals alle gebouwen
van het Binnen-hof ontruimd, om te mogen dienen
tot Paleis voor Koning Lodewijk, welk Paleis den
28sten Juli van dat jaar ter beschikking van Z.M.'s
Grootmeester werd gesteld. De eenigste doch belangrijke
verandering welke zij daarbij onderging, was, dat toen
het portaal boven de trap van haren hoofd-ingang, reeds
in 1376 gebouwd, werd weggebroken met de bijbehoorende
bovenverdieping en hang-kamer, tevens verdwenen toen
voor goed alle comptoirkens zoo buiten als binnen de