338
ENKLE BLADZIJDEN UIT DE GESCHIEDENIS, ENZ.
van
van dit gebouw, werd er nog eene derde sloopings-poging
aangewend, doch te vergeefsch, de gevaarlijkste jaren
voor onze historische monumenten zij waren nu gelukkig
reeds voorbij.
In Juni van het jaar i860 werd door het Gemeente
bestuur, eigenmachtig, de zoo schilderachtige zuidelijke
buiten-poort, de uiterste of Spui-poort van die Hove bouw
vallig verklaard en afgebroken, zonder dat van regeerings-
wege zich ook maar iemand daartegen verzette. Eén jaar
later, in 1862, verdween op aandrang der Gemeente ook de
gracht rond het Binnen-hof. Die gracht, die met hare drie
overbruggingen toen het oud-Grafelijk Kasteel nog zoo
eigenaardig karakteriseerde en dit nog geheel isoleerde
van hare omgeving van woonhuizen, die aan de zuid
zijde vooral, steeds dichter bij en in steeds hooger
afmetingen gebouwd waren, die gracht, zij werd nu
regeeringswege gedempt en hare drie bruggen
gesloopt en deze door eene klinker-bestrating vervangen,
waarom?niet alleen, omdat de toenmalige Lands-
bouwmeester oog noch gevoel had voor Nederlandsch
merkwaardigste gebouwen-groep, en een nuttig werk zelfs
meende te doen, met op ’t spoedigst maar zooveel
mogelijk van dien ouden rommel op te doeken, maar
vooral ook, omdat destijds bijna niemand ten onzen,
een Alberdingk Thijm, een Bakhuizen van den Brink, een
Vosmaer en enkle kamerleden uitgezonderd, daarvoor
blijkbaar iets gevoelde of zich de moeite gaf voor het
onveranderd behoud van het Binnen-hof eens flink weg op te
komen. Door den bouw van het Departement van Koloniën
in 1859—60 en van den Hoogen Raad in i860—62, werd
het Binnen-hof nu ook van de oostzijde door hooge
gebouwen ingesloten en aan het oog onttrokken en daarop
volgde de groote ramp, welke de Hof-zaal trof, doch die
van nu af bezien, haar eigenlijk ten goeden is gekomen.