340 ENKLE BLADZIJDEN UIT DE GESCHIEDENIS, ENZ. Het omstandig rapport dier Jury verscheen in ’t begin van i860 in druk bij Martinus Nijhoff alhier. in de dagen van Prins Maurits en van Frederik Hendrik dus nog restte, dat alles, alleen het Rol-gebouw en de geschonden en mismaakte Hof-zaal uitgezonderd, dat alles, het zou nu voor goed verdwijnen en het zoo typische Binnen-hof van weleer, nog slechts bestaan uit eene groep moderne gebouwen, met, wat men dan zou zijn gaan noemen, eene groote oude steenklomp in het midden, die dan ook al heel spoedig, ’t zij ter besparing van onderhoud, of uit gemis aan voldoende utiliteit, mede zou zijn opgeruimd. Zóóver is het echter gelukkig niet gekomen onder de op de prijsvraag ingezonden 26 Paleis-plannen, bevond zich blijkbaar geen enkel plan van zoodanige verdienste, dat daaraan volgens de Jury de uitgeloofde premie van fl 2500.— kon worden toegekend, doch zij stelde den Minister voor, de 3 beste plannen, elk voor fl 1000. aan te koopen, hetgeen deze deed, die daarop aan drie leden dier Jury, aan de architecten A. N. Godefroy, J. F. Metselaar en W. N. Rose in 1866 opdroeg zaam een ontwerp voor het Paleis optemaken, een opdracht waaraan zij voldeden, doch welk ontwerp, evenals de drie aangekochte plannen, gelukkig steeds in portfeuille is gebleven. Niet dat daarmede het Paleis-plan nu voor goed was opgelost of terzijgezet, in tegendeel, de architect J. Craner, werkzaam bij de Landsgebouwen, maakte daar voor nog verschillende schetsen, alle in den stijl en in aansluiting met het gebouw der Tweede Kamer, eene zelfs met algeheele opoffering der Hof-zaal. In 1869 diende de Ingenieur van den Waterstaat, de Heer L. H. J. J. Mazel aan wien bij Koninklijk besluit van 5 Mei 1867 het beheer over de Landsgebouwen was

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarboeken geschiedkundige vereniging Die Haghe | 1905 | | pagina 358