ENKLE BLADZIJDEN UIT DE GESCHIEDENIS, ENZ.
341
Inmiddels was er van lieverlede nog niet zoo zeer
eene kentering, maar toch zoowel bij de leden der Staten-
Generaal als bij de Regeering meer belangstelling gekomen
voor onze historische gebouwen in het algemeen en voor
die van het Binnen-hof in het bizonder, eene belangstelling,
die zich in 1873 voor het eerst uitte in het vragen en
in het toestaan van de gelden noodig voor de restauratie
der Gevangen-poort. Bij Koninklijk besluit van 8 Maart
1874, No. 14, had plaats de instelling van een Collegie
van Rijksadviseurs vpor de Monumenten van Geschiedenis
en Kunst, gevolgd den jen Juli 1875 door de benoeming
van Jhr. Mr. Victor de Stuers tot Referendaris bij de
afdeeling Kunsten en Wetenschappen van Binnenlandsche
Zaken, en hoezeer bij Kon. besluit van 21 Februari 1879,
No. 9, door Minister Kappeyne dat Collegie van Rijks
adviseurs reeds werd opgeheven, geen nood, er was van
nu toch, in de persoon van genoemden Referendaris, een
wakend oog op en eene zorgende hand voor de gebouwen,
die uit het oogpunt van kunst of geschiedenis in Nederland
eenige waarde hadden.
En de oude gebouwen staande langs de west- en langs
de noord-zijde van het Binnen-hof, zoovele jaren aan een
met afbraak bedreigd en intusschen bijna verstoken van
het allernoodigste onderhoud, zij werden nu achtereen
volgens gerestaureerd en ten deele opnieuw ingericht. In
de jaren 1879 83 had plaats de volledige restauratie
opgedragen, nog een nieuw ontwerp in voor een Paleis
der Staten-Generaal en in 1876 eindelijk voelde de architect
Bert Brouwer alhier zich zelf geroepen, aan de Regeering
voor dat nog steeds niet tot stand gekomen Paleis een plan
aan te bieden, waarbij over het terrein zoowel van de
Hof-zaal als van de Rol-zaal werd beschikt, als waren die
gebouwen reeds geheel verdwenen.