ENKLE BLADZIJDEN UIT DE GESCHIEDENIS, ENZ. 343 en die zijni°. aan, voorzooveel nog bewaard, de oude rekeningen, en wel in hoofdzaak aan die van de Rent meesters van Noord-Holland en aan enkele extra-ordinaire Grafelijke rekeningen; 2°. aan oude schilderstukken, teekeningen en prenten, de Zaal op verschillende tijden voorstellende; 30. aan het weinige, dat onze geschied-en kroniek-schrijvers, hoewel de Zaal steeds met eere ver meldend als een eenig en merkwaardig gebouw, bovendien nog vertellen, andere bronnen van eenige beteekenis, ken ik niet. Als eerste bron noemde ik de oud-Grafelijke rekeningen. De eerste of oudste dier rekeningen, welke in het Rijks- archief alhier nog bewaard zijn gebleven, is die van Enghebrecht, Rentmeester van Noordholland, van af des manendaghes na palmendaghe int iaer 1316 toeten dertienden daghe toe in ’t selve jaer. De tweede of daaropvolgende rekening is die van Gerijt Heijnensz, van Sint Bartholomeus 1343 tot Vrijdag na O.V. Assumptio 1344, (de rekeningen van de jaren 1317 tot en met 1342 schijnen alle spoorloos verdwenen te zijn.) Van af 1344 tot 1397 zijn over de meeste jaren de rekeningen nog aanwezig, na 1397 echter worden gedurende een 30-tal jaren alléén de uitgegeven bedragen vermeld, zonder eenige omschrijving in detail van het gebouw waarin of van de werkzaamheden waarvoor zij zijn besteed, zoodat die rekeningen voor de geschiedenis der grafelijke gebouwen, dan ook vrij waarloos zijn. Uit den tijd van den Kasteel-bouw, tijdens Willem II, en van den Zaal-bouw, tijdens Floris V, bezitten wij helaas geen enkle rekening, geen enkle post zelfs, hetgeen te meer te betreuren valt, omdat bij de groote uitvoerigheid waarmede ’s Graven rentmeesters alle posten van ontvang en uitgave boekten, wij daardoor een inzicht en een overzicht missen over die beide bouw-perioden, en niet

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarboeken geschiedkundige vereniging Die Haghe | 1905 | | pagina 361