344
ENKLE BLADZIJDEN UIT DE GESCHIEDENIS, ENZ.
meer kunnen nagaan, noch den omvang van ’t geen
Willem II van den Kasteel-bouw heeft tot stand gebracht,
noch de wijzigingen door zijn zoon daarin aangebracht.
Evenzoo missen wij daardoor alle nadere aanwijzingen
omtrent de personen aan wien door elk dier Graven het
ontwerp en de leiding van den bouw werd opgedragen, als
ook omtrent de werkkrachten, de herkomst der materialen,
de wijze van uitvoering, de kosten en den duur van den
bouw. Trots dat, vormen echter de nog overgebleven
rekeningen eene bijna onuitputbare bron voor de kennis
van het Grafelijk leven en zijn alhier in de XlVde eeuw;
in die duizende kleine posten, daarin maar zoo leukweg
ternêergeschreven, want men was gewoon elke uitgave ten
behoeve van ’s Graven ghesinde of ’s Graven herbergh
gedaan afzonderlijk te vermelden, uit die duizende posten
spreken een schat van kleine details, betreffende ’s Graven
huiselijk leven vooral en mede betreffende zijn kasteel, want
alles wordt elk jaar eenigszins groepsgewijze op ’t kortst,
en op ’t zakelijkst, zoo leuk mogelijk vermeld. Elk dier jaar
rekeningen begint met eene opgave van alle ontvangsten uit
beden, tienden, huren, pachten, boeten, strand-vondsen,enz.
enz., dan volgen de uitgaven, beginnend met de wedden
van het dienstpersoneel, met het laken of de cleeren
hetzelve verstrekt, en de zooveel voer turfs, of hoeden
tarwe of rogge enklen hunner bovendien gegeven; daarop
de costen voor het maaien, het hooien, het turf-delven,
enz. dan die der boverie in den hove, of van de boerderij,
met al hetgeen voor de varkens, de ossen, de schapen,
de paarden, de honden, de zwanen, de duiven, de reigers,
de valken, de ooievaars, de beeren en leeuwen, enz. is
uitgegeven; voorts de bode-loonen en kosten voor het
brengen en halen van brieven en boodschappen naar
heinde en verre, met inbegrip der schip- en wagen-huren
en wat dies meer zij.