ENKLE BLADZIJDEN UIT DE GESCHIEDENIS, ENZ.
345
den Koekampe en van
daarna alles wat tot herstel of
de gebouwen, molens,
en bekostigd en
van allerlei aard,
gedaan zoowel tijdens ’s Graven verblijf in die Haghe,
als op reis. En komt de Graaf na eene afwezigheid van
eenige weken of langer weder thuis, dan komt het daartoe
afgehuurde schip tot bij de brug voor de Spui-poort om
’s Graven Camerwant en Koecwant terug te brengen,
dan zien wij overal daers te doene was scoen maken in
die Hove, dan komt Jan den leydecker overal de
daken even nazien en stoppen en de scoerstienen rumen,
dan komt de glasemaecker zich overtuigen of in alle
veynstren nog alle ruitjes aanwezig zijn, en dan komt
Heynric den tymmerman mit Airndt den spoermaker de
sloten en slotele in orden brengen, en wordt overal alles
gehemelt, de vulnesse uitgecroden en de rijwegen weder
met puin of misse aangehoogd, terwijl de kelders worden
voorzien met pipen of aemen wijn en met tonnen bier
en de provisie-kamers of ’t lardier, met alles wat het
saisoen meebracht.
Inderdaad, die rekeningen zij vertellen ons het gewone
leven, eigenaardiger, eenvoudiger en ongezochter dan
eenig historie-schrijver zulks had kunnen doener is
geen sael, geen earner, geen ghanc of proyeel in ’s Graven
Kasteel, geen stille zelfs, of zij komt bij herhaling in die
rekeningen voor, er gebeurt bijna niets waar eenige
uitgave aan verbonden is of het wordt daarin ter loops
vermeldt. Bij gemis aan plattegronden van het Kasteel
uit die dagen, is het echter hoogst moeielijk, zich
omtrent de ligging der vertrekken, in de onderscheiden
Dan volgen de uitgaven ten behoeve van ’s Graven
Cappelle, aan kaarsen, oly, hostien en ornamenten, voorts
die van den coeltune en van
het Hout of bosch en
onderhoud of verbetering aan
bruggen en wegen dat jaar is gedaan
eindelijk de huishoudelijke uitgaven