ENKLE BLADZIJDEN UIT DE GESCHIEDENIS, ENZ. 347 gewijzigd, bestaat helaas niet meer, de eerste of oudste teekening die er is, berust in het Rijks-archief alhier, en geeft alleen aan, hoe men ten jare 1469, bij het groote herstel dat de bekapping der Zaal toen had ondergaan, de borstwering van den weergang langs de zijmuren en ook de dakvensters en daklichten had gewijzigd en geplaatst. Eerst tegen het midden der XVde eeuw volgen dan eenige platte gronden, ’s-Gravenhage zgn. in vogel vlucht voorstellende, platte gronden, echter meer van algemeen topografisch belang, als van bizondere waarde voor den toenmaligen Kasteel-toestand. Uit de tweede helft dier eeuw bezitten wij echter verschillende schilderstukken, meerendeels het Binnen-hof voorstellende, gezien van de Vijver-zijde, ’t zij van af de Plaats,’t zij van af de Doelen of Korten Vijverberg; tevens bezit het Gemeente-Museum een aquarel van J. Breughel ,/t Moffin den Haag 1598”, gezien van den Vijverberg, waarop al de gebouwen op het Binnen-hof gelegen, langs de Vijver-zijde, nauwgezet zijn afgebeeld, terwijl het Museum te Kopenhagen en dat te Dresden, beiden, in het bezit zijn eener dekverf-teekening van Hans Bol, uit het laatst dier eeuw, een watersteek- spel op den Vijver en tevens de gebouwen van het Binnen-hof van de noord-oostzijde of van af de Schutters doelen gezien voorstellende. Tevens is er nog van het 1) Wel heeft de Heer W. H. J. van Westreenen in 1804 een boekje uitgegeven: ,,’s-Gravenhage in de dertiende eeuw, volgens eene oude aftekening met Historische ophelderingen” en daarin eene gravure gegeven met het onderschrift: „Die Hage soe als die was A°. 1249”, maar dat prentje weerspreekt zich zelf, want het geeft reeds de Hof-zaal, die eerst in 1275—80 gebouwd is en zelfs het portaal vóór die Zaal eerst in 1376 gebouwd, het mist feitelijk alle waarde, en is slechts een krabbeltje, dat veel gelijkenis toont met de Zaal, zooals de Riemer haar afbeeldt op zijn prent van 1560.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarboeken geschiedkundige vereniging Die Haghe | 1905 | | pagina 365