ENKLE BLADZIJDEN UIT DE GESCHIEDENIS, ENZ. 355 gebleven, heel lang heeft zij echter deze ook niet meer behouden, want ten behoeve van de Thesaurie der Stadhouderlijke Domeinen werden door het Landbestuur zelf, vóór die nog overgebleven ramen bureaux gebouwd en aan de Zaal daardoor het eenige zij- en zon-licht dat zij toen nog had, ontnomen. Het Keuken-hof met zijn muur- en poort-afsluiting verdween ter zelfder tijd en de oude born-put, zij werd vervangen door eene monumentale hardsteenen pomp. Bezuiden de Zaal bevonden zich tot in de XVIIde eeuw al de dienst-gebouwen, die meer of minder met ’s Graven keuken in betrekking stonden en lagen binnen en bij het daartoe afgesloten hof mede verschillende woningen van het daarbij betrokken personeel, woningen en gebouwen, ’t zij met riet, dat ter voorkoming van brand jaarlijks met klei werd bestreken, 't zij met zoden gedekt, ge bouwen alle laag en meerendeels onder opgaand geboomte schilderachtig gegroepeerd, zoodat zij, wel verre van het vrije uitzicht uit de Zaal of uit ’s Graven daar achter gelegen vertrekken te hinderen, zelfs een alleraardigsten en steeds bedrijvigen voorgrond vormden, het uitzicht vrijlatend op de schepen in het Spui en op het Maria- klooster en op de woningen van het zich aan die zijde vooral reeds ontwikkelende dorp „die Haghe”. Gemaks halve werden hier soms ook bewaard ’s Graven blijden en mollen en andere belegerings-werktuigen, hoezeer deze anders meesttijds in een daartoe gehuurd huis te Schiedam een onderdak hadden. Benoorden de Zaal vinden wij een geheel andere groep van gebouwen, aan die zijde toch, lag ’s Graven kapel, met diens eigen oratoer, en het camerken aldaer mine vrouwe misse in hoert, met de sanctuarie of sacristy, met de kapellaans-woning en met de aelmissen-camer, waarin op gezette tijden namens den Graaf of door de

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarboeken geschiedkundige vereniging Die Haghe | 1905 | | pagina 373