ENKLE BLADZIJDEN UIT DE GESCHIEDENIS, ENZ. 357 na 1876, mede van Waterstaat, eeuwen vroeger dan aan de zuidzijde, werden tegen de noordzijde der Zaal reeds hooge gebouwen opgetrokken en haar ramen aldaar betimmerd en dicht gemetseld. In 1466 toch (het kasteel werd toen nog slechts bij uit zondering af en toe bewoond) vond de Graaf goed, dat aldaar tegen de Zaal werd aangebouwd eene nieuwe Grafelijkheids-Rekenkamer, bestaande uit tal van ver trekken. In lateren tijd vinden wij hier de kamers ter Auditie der Gemeene Lands-rekeningen, de bureaux der Haagsche Sociëteit, dat in zijn soort eenig lichaam en in 1818 het Gerechtshof voor Financiën en Zeezaken, later gedurende eenigen tijd het kantongerecht, tijdens Rose het bureau van de Directie der Landsgebouwen, voorts de administratie der Staats-Loterij en enkle bureaux van het Departement Handel en Nijverheid. Elk dier achtereenvolgende diensten, had echter zijn eigen eischen en al naar die eischen, werden nu in de zware muren en contreforten der Zaal, maar op Jt aller brutaalst, schoorsteenen, kasten of privaten uitgebroken en aangebracht, zonder te vragen, in hoeverre het Zaal- gebouw zulks deerde of in gevaar kon brengen. Vooral de schoorsteenen dezer zij-gebouwen, die onder den invloed van de hooge bekapping der Zaal dikwijls rookten, kregen in verloop van tijd allerlei dolle vormen en afmetingen, getuige de prenten en schilderstukken, en ontsierden niet weinig deze gebouw-groep, die mede tegen het laatst der XVIIIde eeu,w, onder ééne houten kroonlijst werd gebracht. Ten einde aan de Zaal het verloren daglicht weder eenigermate terug te geven, plaatste men in het jaar 1469 aan elk der beide dakzijden, ter hoogte van den weergang, drie groote gemetselde dak-of stand-veijnstren, voorzien met zware kruiskozijnen, terwijl hoogstwaar-

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarboeken geschiedkundige vereniging Die Haghe | 1905 | | pagina 375