EEN EEUW GENEESROMMEL. 29 o.a. een Eveneens werden te Middelburg de vroegere danszalen van het Schuttershofder colveniers, toen de Franschen kwamen, omgezet in infirmerie. Verg. De Tijdspiegel van juli 1903. in 1794 Holland’s gedeputeerde staten den leidschen hoogieeraar S. J. Brugmans raadpleegden over het openen van hospitalen voor de zieke en gewonde soldaten der vereenigde vliegende (vliedende?) legertjes, die op onze provincie terugtrokken. Toen zijn opgericht ’n hospitaal te Leiden (het latere sedentair militair hospitaal, tot éen juli 1822 kweekschool van gezondheid) en, naarmate er troepen waren gestationneerd, tijdelijke hospitalen, voor officieren in de nabijheid te Delft. Waar geen hospitaal bestond, werd de zieke soldaat verpleegd in burgergasthuizen a vijftig cent per dag. Voorts is in Den Haag geopend een bureel van gezondheid, bij besluit der Bataafsche republiek van acht juli 1795, bestaande uit drie genees- en heelkundigen en ’n secretaris, „zooveel mogelijk kennis dragende van hospitalen.” Het hield ook toezicht op het straks te vermelden magazijn van geneesmiddelen. Van ’n hospitaal hier ter stede blijkt eerst als Napoleon aan het woord komt. Elf augustus 1810 ontvangen burgemeester en wethouders een aanschrijving van Regnault, commissaris-ordonnateur te Amsterdam, waarin hij vraagtbestaat er in Den Haag ’n militair hospitaal, of, zoo neen, ’n civiel, om zieke militairen te verplegen? Het antwoord luidt: geen van beiden. In de stadscourant van achtëntwinitg november To is ’n oproeping geplaatst voor den dienst in ’n hospitaal, waartoe wordt ingericht de danszaal op het Binnenhof, thans locaal der tweede kamer, waar de staten-generaal zestien October ’15 voor de eerste maal vergaderden.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarboeken geschiedkundige vereniging Die Haghe | 1905 | | pagina 37