37°
ENKLE BLADZIJDEN UIT DE GESCHIEDENIS, ENZ.
r) ’s Ministers volledig voorstel is als Bijlage E, opgenomen in
het gedrukte Rapport over de Landsgebouwen verschenen in 1891.
zijner beschikking, en na oculaire inspectie, stelt hij
dato 23 Januari 1808 Koning Lodewijk voor, om o.m.
„het oude Paleis der graven en de voormalige Loterij
zaal met hetgeen daartegen was aangebouwd, bij parthijen
op ’t spoedigste aan den meestbiedenden te verkoopen en
om het plein, hetwelk alsdan te voorschijn zou komen,
waterpas te maken”.
Die gebouwen toch, zijn volgens Z.Ex., in eene
zoodanigen deplorablen en volstrekt waardeloozen toestand,
dat zij tot niets meer nut zijn, en alle kosten van herstel
daaraan besteed, volstrekt doelloos zouden zijn. ’sKonings
antwoord op dit voorstel, heb ik nergens kunnen vinden,
doch het was stellig niet goedkeurend, althans tot die
afbraak kwam het gelukkig niet, integendeel, de Zaal
werd ingericht, zoo 't schijnt eerst tot een Militair
Hospitaal en nadien tot een exercitie-lokaal en het
Gerechtshof betrok weer zijn vroegere lokalen en de
Groote Zaal zij diende opnieuw tot vestibule voor het
Hof en zij diende nu opnieuw tot ’s lands Loterij-Zaal
tevens. De. Controlleur of architect der Landsgebouwen
A. Noordendorp, hij zorgde m 1814, dat de Zaal zonder
bezwaar weder voor geruimen tijd dienst kon doen, hij
vernieuwde hare ramen, hij herstelde haar dak en goten
en hij stak haar zelfs op zijne wijze in een mkww-gothisch
kleed, dat, hoeveel het ook kostte en hoe goed ook
bedoeld, toch misstond onder die oude, groote, zóó
eenvoudige kap. Doch hoe afdoende Noordendorp alles
ook had hersteld en verzorgd, toch kon de Zaal, toen
het onderhoud van haar dak en goten van lieverlede
opnieuw verzuimd werd, daarin helaas niet zelve voorzien
en zoo ontstond eindelijk de erbarmelijke of liever meer