EEN EEUW GENEESROMMEL. 31 Geschut is thans het magazijn ’t Geschut zal niét te vreezen zijn. Twee minuten gaans van het hospitaal, aan de Kalvermarkt, achter „oorlog”, bevindt zich het topografiesch bureel, dat uit ’n historiesch oogpunt de aandacht verdient. Men schrijft tweeëntwintig juli 1795. De Statengeneraal besluiten, daartoe door den hoogleeraar S. J. Brugmans aangespoord, in Den Haag opterichten ’n landsmagazijn van geneesmiddelen, dat hetzelfde jaar wordt geopend hoek Kazernestraat en Langevoorhout 8, eertijds Sint- Vincentiusklooster, thans Rekenkamer. In 1863 is het magazijn verplaatst naar de Kalvermarkt, in ’n gebouw, „daartoe expresselijk vervaardigd”. Ontbeerde het hospitaal alleen in drooge zomers water, het magazijn had ’t heelemaal niet, zelfs geen bak om hemelwater te bergen. De toenmalige landsbouwmeester, die alles „couleur de rose” tintte, W. N. Rose, verwijlde steeds in hooger sfeeren en dacht niet aan onderaardsche zaken. Ook de commissie van toezicht of hoe ze heeten mag, had er „geen erg” in gehad. Goede raad was duur; de duin waterleiding zou eerst elf jaar later geboren worden. Toch ’n waterleiding! Fluks ’n buis gelegd naar de in 1904 gedempte Turfmarkthaar faecaalvocht, opgezogen door de stoompomp, geurde weldra door het laboratorium. Gelukkig sliepen de microben nog den slaap des onzijdigen. Maar er loert ’n andere vijand! Het blijkt, dat Den Haag, als open plaats, vanwege het verdragend geschut bloot staat aan ’n bombardement uit zee; daartegen moet het magazijn geschut worden. De andere gebouwen zijn in geen tel. Daarom is het magazijn éen juni ’89 gesloten en éen september d.a.v. heropend binnen A’dam’s „linie van defenzie”.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarboeken geschiedkundige vereniging Die Haghe | 1905 | | pagina 39