381
ENKLE BLADZIJDEN UIT DE GESCHIEDENIS, ENZ.
enkle stem destijds tegen hem optrad, trouwens in die
dagen, had niemand hunner, evenmin als hij, zakelijke
kennis van onze Middeleeuwsche Bouwkunst.
De archeologie, zij was ten onzen eene toen nog bijna
onbekende wetenschap, hoogstens door enkle letterkun
digen een weinig beoefend, zoodat, had de Minister
ingevolge het verlangen der Tweede Kamer inderdaad
deskundigen willen raadplegen, hij daartoe buitenlanders
had moeten kiezen, ’t zij A. de Caunwnt, die hier bekend
en zelfs Commandeur van de Eiken Kroon was, en
E. Viollet-le-Duc uit Frankrijk, of A. Reichensperger uit
Duitschland. Waarom zulks achterwege is gelaten, of Rose
zich daar tegen verzette, of dat men vreesde dat zulks
te veel tijd zou kosten, dit blijkt niet; het gebezigde
argument, dat men bij schorsing van het werk, den
aannemer fl 80.000 schadevergoeding zou hebben te
betalen, was slechts een doorzichtige boe-man.
Rose stond daarom zeer sterk, in het land der blinden
toch, is één-oog Koning.
Bij Rose stond het ontwijfelbaar vast, dat de kap
der Zaal niet van middeneeuwschen herkomst was, hij
had op één harer bint-balken het jaar-cijfer 1631 ingesneden
gevonden, ergo, dagteekende de kap volgens hem uit dat
jaar, en al 't gebazel der niet technici, der Heeren letter
kundigen, had voor hem in dezen nu niet meer de minste
waarde of beteekenis.
De Minister deelde die zienswijze van zijnen bouw
meester en hooghartig als hij was, liet al het geschrijf en
al het gepraat om hem heen over de Zaal, hem verder
koud, en liet hij Rose kalm zijn zaal, zijn Walhalla vol
tooien. Het eenigste wat van de oude kap bewaard bleef,
dat waren de gebeeldhouwde kraagstukjes, die onder de
windschoren hadden gezeten en die den 2en Mei 1863
voor een bedrag van fl 200 van den aannemer werden