38a
ENKLE BLADZIJDEN UIT DE GESCHIEDENIS, ENZ.
sedert als souvenir in het Rijks-Museum
was door den ramp van
en gevoelde zich na 1880
binnen en gerestaureerd
teruggekocht, en
bewaard zijn.
Het Walhalla was nu voltooid en heeft met inbegrip
van het meerder werk gekost fl 120.610.51; veel genot
heeft Rose daarvan echter niet beleefd, in aller oog toch
was de Groote Zaal vernield, verdwenen en veranderd
in een soort kerkje met starre ijzeren zuilen en bogen,
zelfs de tien groote Geniussen, die boven die zuilen
reeds heur kransen uitgestrekt hielden, om Nederlandsch
groote mannen blijvend te huldigen, zelfs zij vermochten
er geen geest en geen leven weer in te brengen, de
Zaal bleef leeg en verlaten en was killer en ongezelliger
dan ooit bij het schelle dak-licht dat zij had gekregen.
De Zaal bleef verlaten, zelfs als vestibule versmaad
door het Hof en in 1878 wordt zij eindelijk benut tot
berging van het oud-archief van Binnenlandsche Zaken
en bezet met rekken, belegd met planken, gevuld ten
deele met rommel. Niemand kwam er toen meer in de
Zaal als de archief-bewaker, zelfs de schoonmaaksters
niet, én ten eenemale vergeten en misbruikt, bleef zij
staan op het Binnenhof, niet weinig verbaasd, dat men in
de jaren 1879 80 goed vond om haar voorgevel met zijn
beide hoek-torens te gaan restaureeren en om eene nieuwe
trap met portaal-vormige overdekking te plaatsen vóór
haren hoofd-ingang, die immers zelden of nooit meer
gebruikt werd. Van die verbazing is zij feitelijk nooit
bekomen, zij heeft het nooit best begrepen, wat dat
beteekende, trouwens, zij
1861 ietwat onnoozel geworden
dubbel ongelukkig, vernield van
van voren.
Doch de tijden veranderden en met deze de menschen.
Had Nederland jaren lang zijn best gedaan om al wat
het belangrijks of merkwaardigs aan oude gebouwen bezat,