35 EEN EEUW GENEESROMMEL. z’n eerste les vierentwintig september 1772. Men kan hem zien in het portaal van het gemeentemuzeum op de schilderij 182. De laatste docent, prof. Pieter de Riemer, overleed te middernacht van acht- op negenentwintig april 1831. Z’n portret, door Johannes Hari kort voor den dood geschilderd, is op het gemeentemuzeum, nr 74. Hij woonde op de Langebeestenmarkt 9. Alle docenten, van 1668 tot 1837, zijn beschreven in mijn „Hagedoctoren”. Daarheen te verwijzen moge vol doende zijn. Op bl. 215 is ’n overzicht, dat het naslaan gemakkelijk maakt. Toen in 1688 Johan Stalpert professor werd in de ontleedkunde, had de Sociëteit eigentlijk het voornemen ‘n doorl uchte school te stichten. Begrijpelijkerwijs verzette zich Leiden, zooals het indertijd deed tegen Amsterdam, dat het proces echter in alle instantiën won en in 1632 z’n illustre school opende, in 1877 academie geworden. De staten van Holland, van bikboord naar bakboord geslingerd, gaven eindelijk der Sociëteit oorlof op orde van de Heeren Staten mocht zij geen openbare lessen geven laten „in die vakken van wetenschap, welke worden onderwezen aan de hoogeschool te Leiden.’ Van de galg vrijgesproken en toch opgeknoopt! In het gildehuis, vulgo snijkamer, Juffrouw-Idastraat 2, vergaderden sedert mei 1806 de provinciale en stedelijke commissiën van geneeskundig toevoorzicht; doch toen het gemeentebestuur er in ’54 ’n school vestigde, kwamen zij bijeen in het verkooplocaal, rechter bovenvleugel van het Venduehuis der notarissen, Nobelstraat 5, tot ultimo October ’65. Den volgenden dag zijn ingevoerd de genees kundige wetten van Thorbecke. Hoe die wetten tot stand zijn gekomen is wel de pijne waard vermeld te worden.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarboeken geschiedkundige vereniging Die Haghe | 1905 | | pagina 43