48
EEN EEUW GENEESROMMEL.
NASCHRIFT.
Het voornemen om eenige bladzijden aan „kwakzalverij-’
te wijden, bleef in de pen, gedachtig aan de woorden
van den doctor-filosoof Pierre-Jean-Georges Cabanis,
17571808, den vriend van Honoré-Gabriel-Victor-
Riquetti Mirabeau: „II seroit trop absurde de dire quJil
n’y a point de charlatans parmi les médecinsmais il
est d’une grande injustice d’établir que le plus grand
nombre sont des charlatans”.
Aangezien er altijd kaf onder het koorn zich bevindt,
is het zaak goed te wannen. Wordt dit willens en wetens
verzuimd, dan tieren de spreekwoordelijke koks, daar
enkele academie-burgers, zich vermeiende, hun opvoeding
z.g. voltooiden, al bleek deze onvoldoende om tot de
promotie toegelaten te kunnen worden. Hoe sommigen
de bul kregen, bewijst het bekende geval van zekeren
hoogleeraar, die op aandringen der familie z’n oliedommen
neef tot doctor in de geneeskunde bevorderde. Na grondig
onderricht in houding en gebaarden, zond hij hem met
eenige goede recepten naar ’n afgelegen plaatsje. „Zelf
vertrouwen, m’n jongen, wekt vertrouwen.” Dra slaagde
neef. Oom leed ’n poos later aan ’n keelgezwel, dat
men vruchteloos poogde te doen doorbreken. Na al wat
naam had geraadpleegd te hebben, stond de familie er
op neef te ontbieden. Deftig, zooals hem was ingeprent,
naderde hij oom en deed, zooals hem was voorgepraat,
de gewone vragen op zulk Jn verwaanden toon, dat
professor het uitproestte. Door de schokkende beweging